Van Marum, voorheen BBB-Statenlid in Groningen, is als staatssecretaris in het provinciehuis „directer bereikbaar voor inwoners en bestuurders en bevindt zich letterlijk dicht bij de problemen”, en dat ziet het demissionaire provinciebestuur met gedeputeerden van BBB, ChristenUnie, PvdA en Groninger Belang als een voordeel. Het heeft hiervoor geen juridisch advies ingewonnen.

Het ministerie van Binnenlandse Zaken waar Van Marum onder valt, maakt in het provinciehuis gebruik van een parkeerplek voor de dienstauto en twee kantoren die geschikt zijn voor zeven werkplekken. De totale vaste kosten bedragen jaarlijks ruim 52.000 euro, inclusief dienstverlening (koffiemachines, receptie, servicedesk en kleine overlegruimtes). Eventuele kosten voor catering, grote vergaderzalen of beveiliging worden apart verrekend. De (financiële) afspraken rond de huisvesting worden op korte termijn formeel vastgelegd.

De fracties van D66 en de SP vroegen zich onder meer af of het verstandig is om de staatssecretaris in het provinciehuis onder te brengen omdat dit bij Groningers „de indruk kan wekken dat wij te allen tijde de keuzes van het kabinet ondersteunen”. Het college ziet geen bezwaren. „Het is de wens van de staatssecretaris om dicht bij Groningers, in ons provinciehuis, een kantoor hebben. Hij beoordeelt zelf of dat passend is. Ieder heeft zijn eigen taken en bevoegdheden. Er wordt samengewerkt en overleg gevoerd indien de werkzaamheden dat verlangen.”

Van Marum zelf zei eerder in het provinciehuis te werken „omdat ik denk dat het de samenwerking tussen Rijk en regio verbetert, en ik zo meer verschil kan maken voor de mensen in Groningen en Noord-Drenthe.”