Advocaten: geen bewijs voor betrokkenheid bij misdaad
De Nederlandse Orde van Advocaten vindt het onterecht dat advocaten ervan worden beschuldigd dat ze in toenemende mate betrokken zijn bij de georganiseerde misdaad. Voor dat verwijt bestaat volgens de Orde geen hard bewijs.
Algemeen deken van de Orde J. Brouwer zei zich er vrijdag boos over te maken dat desondanks steeds weer de beschuldiging klinkt dat advocaten het verschoningsrecht gebruiken als schaamlap om criminele activiteiten, zoals witwaspraktijken, af te dekken. Donderdag was dat nog het geval tijdens een debat in de Tweede Kamer.
LPF–Kamerlid Eerdmans stelde daarin dat de rol van advocaten bij de georganiseerde criminaliteit „zorgwekkende vormen" aanneemt. De oorzaak ligt volgens hem bij het verschoningsrecht. Advocaten, die een ambtsgeheim hebben, mogen op basis daarvan weigeren bepaalde informatie van of over hun cliënt te geven. Volgens Brouwer is het een belangrijk recht voor de rechtzoekende en ook wezenlijk voor de advocatuur.
De bewering van Eerdmans is ongegrond, zei algemeen secretaris mr. J. Suyver van de advocatenorde. Dat geldt volgens hem ook voor de constatering van het Korps Landelijke Politiediensten in een rapport van vorig jaar over het nationaal dreigingsbeeld dat de geheimhoudingsplicht en het verschoningsrecht van advocaten extra aantrekkelijk voor criminelen zouden zijn om voor bepaalde diensten een advocaat in te schakelen.
In een recente brief aan de Tweede Kamer heeft de Orde erop gewezen dat diverse onderzoeken wijzen op de verhoogde risico’s van betrokkenheid van advocaten bij de georganiseerde misdaad, maar dat er „geen harde feiten" zijn over de daadwerkelijke omvang daarvan. De Orde, die ruim 13.000 leden telt, zegt er verder via regelgeving en toezicht alles aan te doen om die betrokkenheid te voorkomen en te bestrijden.
Minister Donner van Justitie kondigde donderdag aan dat hij met de advocatenorde in gesprek gaat om te kijken hoe misbruik van het verschoningsrecht kan worden voorkomen. Een „stelselmatige aanpassing" van het recht is volgens hem niet nodig. Ook volgens Brouwer is een verandering niet aan de orde. Het gesprek over verschoningsrecht kan volgens hem een plaats krijgen in de commissie die Donner binnenkort zal instellen om de rol en de positie van de advocatuur in Nederland te onderzoeken.