Shell houdt miljardenwinst op peil ondanks lagere olieprijs
Shell heeft zijn olie afgelopen kwartaal voor een duidelijk lagere prijs verkocht dan de voorgaande maanden, maar toch is de winst op peil gebleven. Anders dan branchegenoot BP, dat eerder deze week bekendmaakte maar een fractie van zijn miljardenwinst over te houden, maakte het in Londen gevestigde Shell ongeveer evenveel winst als een kwartaal eerder en evenveel als dezelfde periode vorig jaar. Toen waren de olieprijzen beduidend hoger.
Betere verkopen van onder meer vloeibaar gemaakt aardgas (lng) hielpen Shell bij het op peil houden van de inkomsten. Ook had het olie- en gasconcern minder last van eenmalige kostenposten, zoals afschrijvingen en reorganisatiekosten.
De bedrijfswinst kwam van juli tot en met september uit op 6 miljard dollar, omgerekend zo’n 5,5 miljard euro. Dat is veel meer dan verwacht en maar iets minder dan de 6,3 miljard dollar van het voorgaande kwartaal en de 6,2 miljard van een jaar eerder.
Shell ziet zich door de goede resultaten opnieuw in staat om aandeelhouders te belonen door voor 3,5 miljard dollar eigen aandelen in te kopen. Shell koos hier de afgelopen kwartalen al vaker voor, vooral sinds het aantreden van Wael Sawan als topman. Door eigen aandelen in te kopen neemt het aantal uitstaande aandelen af, waardoor toekomstige winst over minder aandelen verdeeld wordt.
Shell waarschuwde eerder deze maand al voor een flinke daling van de winstmarges op het raffineren van ruwe olie. Dat noemt het concern ook nu als tegenvaller, net als de lagere olieprijs en hogere kosten voor zijn werkzaamheden.
De tak voor duurzame energie maakte afgelopen kwartaal daarnaast verlies. Volgens de activistische aandeelhouder Follow This verlaagde Shell de hoeveelheid investeringen in duurzame energie van 9 naar 8 procent van het totaal. „Ten minste 92 procent van de investeringen blijft in fossiele brandstoffen. Daardoor brengt het bestuur van Shell de toekomst van het bedrijf in gevaar”, reageert oprichter Mark van Baal.
Shell zegt dat investeringen in laadpalen voor elektrische auto’s en biobrandstoffen niet zijn meegenomen in dat cijfer over investeringen in duurzame energie. Die activiteiten vallen namelijk onder andere bedrijfsonderdelen, meldt een woordvoerder.