Dat heeft staatssecretaris Wijn (Financiën) dinsdag geschreven aan de Tweede Kamer. In de Kamer is veel ongenoegen over de bereikbaarheid van de fiscus voor particulieren en ondernemers.

VVD en SP uitten eerder deze week hun onvrede over de telefonische hulp. Volgens VVD–Kamerlid Dezentjé is niet alleen de bereikbaarheid slecht, maar slagen medewerkers er ook vaak niet in aan bellers de gevraagde informatie te verschaffen.

Staatssecretaris Wijn erkent dat de bereikbaarheid aan het begin van het jaar onvoldoende was, meestal tussen de 45 en 55 procent. Er is toen extra personeel aangetrokken, maar de bereikbaarheid verbeterde maar langzaam. In vergelijking met voorgaande jaren kwamen de telefonische hulpverzoeken al vroeg met veel tegelijk binnen. Dat had onder meer te maken met de door gemeenten uitgegeven nieuwe WOZ–beschikkingen. Jaarlijks krijgt de Belastingdienst negen miljoen bellers. Op piekdagen komen er tussen de 60.000 en 70.000 telefoontjes binnen.

Wijn wijt de problemen met de bereikbaarheid aan een interne organisatie, die juist bedoeld was om de groeiende stroom telefoontjes beter op te vangen. De overgang naar een landelijk callcenter met een landelijk toegangsnummer zorgde voor meer problemen dan verwacht.

De CDA–staatssecretaris kondigde dinsdag verder aan dat onderzocht wordt of een deel van het telefonische werk uitbesteed kan worden, onder de eindverantwoordelijkheid van de fiscus. In mei hakt Wijn daarover de knoop door.