EU-landen bevestigen verlaging wolvenstatus in snelle procedure
De EU-landen hebben het EU-voornemen bekrachtigd om de beschermde status van de wolf te verlagen. Dat is gebeurd in een snelle procedure nadat woensdag de EU-ambassadeurs al hun goedkeuring hadden gegeven aan dit voorstel.
In plaats van met die bekrachtiging te wachten tot de EU-ministers van Milieu volgende maand in een Brusselse vergadering bij elkaar komen, hebben nu de ministers van Economische Zaken dit gedaan. Die economieministers zijn namelijk toch al in Brussel voor een vergadering over Europese concurrentiekracht. Door het besluit over de wolf snel te nemen kan de deadline worden gehaald voor een eventuele aanpassing van het Verdrag van Bern, waarin de beschermde status van de wolf in Europa is geregeld. Het verzoek moet twee maanden van tevoren worden ingediend en de jaarlijkse vergadering van het Verdrag van Bern is in december.
In dat verdrag is de bescherming vastgelegd van diverse plant- en diersoorten in Europa. Behalve de EU-landen hebben ook Europese landen van buiten de EU dit verdrag getekend, zoals Albanië, Zwitserland, Marokko en Tunesië. Ook die landen moeten in de komende vergadering van december hun stem geven over de wolvenstatus. Met een aanpassing van het verdrag moet twee derde van de deelnemende landen instemmen. Drie maanden later wordt de nieuwe afspraak officieel van kracht. Maar dan moeten de EU-landen nog de Europese Habitatrichtlijn aanpassen, waarin de status van de wolf ook is opgenomen.
Volgens een verklaring van de EU-landen heeft de wolf zich „succesvol hersteld op het Europese continent” en is de wolvenpopulatie de afgelopen tien jaar verdubbeld van ruim 11.000 exemplaren in 2012 tot ongeveer 20.000 exemplaren in 2023. Dat rechtvaardigt volgens een meerderheid van de EU-landen dat de beschermingsstatus wordt verlaagd van ‘strikt beschermd’ naar ‘beschermd’. Die lagere status maakt het onder meer mogelijk om eventueel op wolven te jagen.