EU-beraad over pact verloopt moeizaam
Het beraad over een herziening van het stabiliteitspact verloopt moeizaam. Het zag er dinsdagmorgen niet naar uit dat de EU-ministers van Financiën snel een akkoord zouden bereiken.
Maandagavond vergaderden de bewindspersonen van de twaalf landen die de euro hebben ingevoerd. Dinsdag voegden hun collega’s van de overige lidstaten zich bij hen.
De budgettaire regels bepalen dat het begrotingstekort niet mag uitgaan boven de 3 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Met name Duitsland, Frankrijk en Italië pleiten voor een flinke versoepeling. Zo willen zij dat een aantal uitgavencategorieën voortaan buiten beschouwing blijft bij het berekenen van de omvang van het negatieve saldo. Zij hebben er genoeg van om voortdurend vanuit Brussel op de vingers te worden getikt voor een overschrijding van de norm.
Andere EU-partners, met Nederland en Oostenrijk voorop, wensen echter vast te houden aan strikte voorschriften. Vanuit de centrale banken klinkt de waarschuwing dat onvoldoende discipline zal resulteren in hogere inflatie en hogere rente.
De ministers hadden maandag weinig hoop dat het zou lukken om deze week zaken te doen met elkaar. „Er is meer tijd nodig”, verklaarde de Duitse bewindsman Eichel reeds voor de aanvang van het overleg. Zalm liet zich in dezelfde bewoordingen uit. Het ligt in de bedoeling dat er uiterlijk tijdens de top van de regeringsleiders van 22 en 23 maart een compromis uit de bus rolt. Mogelijk vindt er een extra onderhandelingsronde plaats tussen de ministers aan de vooravond van die bijeenkomst.