Frankrijk heeft na tweeënhalve maand van politieke onzekerheid een nieuwe regering. De stafchef van president Emmanuel Macron stelde zaterdagavond de nieuwe ploeg van 39 bewindslieden voor. Het kabinet, onder leiding van premier Michel Barnier, bestaat bijna volledig uit ministers van centrumpartijen en conservatieve partijen.
Met de nieuwe regering zet de Franse politiek een stap naar rechts in vergelijking met de vorige regering onder premier Gabriel Attal. Prominente namen zijn Jean-Noël Barrot, de nieuwe minister van Buitenlandse Zaken, en Antoine Armand, de nieuwe minister van Economie en Financiën.
Bruno Retailleau, die bekendstaat als een radicale conservatief en verdediger van een streng migratiebeleid, wordt minister van Binnenlandse Zaken. Een van de weinige ministers uit het vorige kabinet die mag aanblijven, is defensieminister Sébastien Lecornu, een trouwe bondgenoot van Macron. Didier Migaud, de nieuwe justitieminister, is een voormalige socialist en heeft als enige minister een wat linkser profiel. Maandagmiddag hebben de nieuwe ministers hun eerste ministerraad.
Niet de centrumpartijen, maar wel een groep linkse partijen (verenigd in het blok NFP) won de tweede ronde van de verkiezingen op 7 juli. De partij Ensemble van president Emmanuel Macron werd tweede, en het radicaalrechtse Rassemblement National (RN) van Marine Le Pen eindigde als derde. Toch koos Macron ervoor om een centrumrechtse regering samen te stellen die vooral bestaat uit medestanders.
Oppositiepartijen hebben direct hun onvrede geuit over het nieuwe kabinet. Volgens de uiterst linkse Jean-Luc Mélenchon moet Frankrijk „zo snel mogelijk van de nieuwe regering af”. Jordan Bardella, boegbeeld van radicaal-rechts, zei dat de regering van Barnier „geen enkele toekomst” heeft. Duizenden Fransen gingen zaterdag de straat op om hun ongenoegen te uiten over de nieuwe regering, ook al in de uren voordat de samenstelling daarvan bekend was.
Frankrijk kwam in een politieke crisis terecht na de verkiezingsnederlaag van Macron bij de Europese verkiezingen begin juni. Daarop ontbond de president het parlement en schreef hij nieuwe verkiezingen uit, in de hoop daar sterker uit te komen. Maar het RN won de eerste ronde van die verkiezingen, en het linkse blok de tweede ronde.