Premier Dick Schoof wees gisteren een voorstel van de oppositie af om toch over te gaan op spoedwetgeving. Ook NSC had, in navolging van coalitiepartner VVD, gevraagd of een spoedwet niet parallel kan worden voorbereid. Mocht het noodrecht dan inderdaad niet te rechtvaardigen zijn, kan het kabinet daarop terugvallen. Schoof raadde die motie af. „Op dit moment kiezen we ervoor om in eerste instantie het traject van 110 en 111 te volgen”, zei hij wijzend naar de wetsartikelen in de vreemdelingenwet die de noodgrepen mogelijk maken.

„We gaan die discussie voeren”, houdt Van Hijum vol. Maar waar geen discussie over kan bestaan, waar ik ook geen enkele twijfel over wil laten bestaan, is dat we ons met elkaar verantwoordelijk voelen voor een stevig pakket op het gebied van asiel en migratie”, benadrukte hij voorafgaand aan de ministerraad op vrijdag. Zijn partij NSC liet weten moeite te hebben met de greep naar het noodrecht, en staat in die discussie lijnrecht tegenover de PVV, die daar juist aan vasthoudt.

NSC-ministers, onder wie Van Hijum, hebben de afgelopen maanden ook geprobeerd de scherpe randen van de asielteksten in het regeerprogramma te halen. Van Hijum benadrukte vanuit zijn rol als minister van Sociale Zaken ook de veel grotere arbeidsmigratiestroom. Dat doet hij vrijdag weer: „Ik blijf erbij zeggen: het gaat niet alleen om asiel, het gaat ook over arbeidsmigratie.”

Wel erkent de bewindsman dat in het kabinet en de coalitie „totaal verschillende partijen en ook verschillende mensen” samenwerken.