ING: woonmaatregelen kabinet onvoldoende voor behalen doelen
Het kabinet moet meer doen om het woningtekort in Nederland substantieel terug te dringen. Dat stelt ING in een donderdag gepubliceerde analyse van het woonbeleid. Volgens onderzoekers van de bank moet bijvoorbeeld extra geld naar woningbouw: niet de 1,5 miljard euro die het kabinet nu jaarlijks beschikbaar wil stellen, maar eerder zo’n 3 tot 5 miljard euro per jaar.
Dat bedrag noemen de onderzoekers van ING Research op basis van verwachtingen van bouwbedrijven, wooncorporaties en gemeenten. De begroting van het kabinet om jaarlijks 100.000 nieuwe woningen te realiseren zou namelijk onvoldoende rekening houden met belemmeringen in de bouw, zoals personeelstekorten bij gemeenten en het overvolle stroomnet.
ING verwacht zelfs dat het woningtekort op korte termijn verder oploopt, al kan het kabinet dat niet volledig worden aangerekend. De bank beschouwt de korte termijn als een periode van twee jaar en daarin is nieuwbouw vrijwel niet met maatregelen te beïnvloeden. De meeste kabinetsplannen zullen pas op de middellange termijn, tussen de twee en vijf jaar, effect hebben. Maar de ING-onderzoekers achten de kans klein dat de doelen dan worden gehaald, realistischer is dat pas na vijf jaar.
Volgens ING is het kansrijker om op kortere termijn maatregelen te nemen om de bestaande woningvoorraad beter te benutten, om zo het woningtekort terug te dringen. Dan kan worden gedacht aan het introduceren van een tijdelijk huurcontract voor hospitaverhuurders, mensen die een deel van hun woning verhuren. ING verwacht dat dit soort contracten de drempel voor het verhuren van een kamer verlagen.
Maar er zijn meer structurele hervormingen nodig, stelt de bank, zoals het verder beperken van de hypotheekrenteaftrek. Die heeft namelijk tot gevolg dat de huizenprijzen grilliger worden, waardoor nieuwbouw mogelijk vertraagt. Om de stijgende woningprijzen daarnaast af te remmen, zou het kabinet kunnen denken aan een belasting op de gerealiseerde overwaarde bij de verkoop. Daarmee wordt het minder aantrekkelijk voor mensen om almaar door te stromen op de woningmarkt.