Kabinet wacht EU-verdragswijziging af voor uitzondering asiel
Nederland wacht op een nieuwe EU-verdragswijziging om een uitzondering van Europese asielregels te onderhandelen. Van een zelfstandige verdragswijziging is geen sprake, zei ook premier Dick Schoof woensdagochtend. „Het is ook een aankondiging dat we dat willen, en het wordt bespreekbaar zodra een verdragswijziging in Europa aan de orde is.”
Migratieminister Marjolein Faber heeft woensdag een brief naar de Europese Commissie gestuurd waarin ze „in het geval van een verdragswijziging” vraagt om een „opt-out” oftewel een uitzondering. Als het zover is, zou Schoof dat verzoek moeten indienen bij zijn collega-regeringsleiders. Die, en niet de commissie, gaan erover. Op dit moment is er geen zicht op een aankomende verdragswijziging, en ook dan kan het nog lang duren om tot een akkoord te komen. „Ik moet natuurlijk wel toegeven, dit is wel iets van een lange adem”, zei Faber woensdagochtend. „Maar je moet je daar niet van laten weerhouden.”
Bovendien moeten alle EU-lidstaten akkoord gaan met een verdragswijziging. „Ik ga ook proberen andere lidstaten mee te krijgen om daar beweging in te krijgen”, aldus Faber, die Denemarken, Zweden en Polen noemt als voorbeelden van landen waarmee ze in gesprek wil. „En op het moment dat ik die landen mee ga krijgen, en we worden een grotere groep, dan zullen ze toch binnen Europa moeten gaan bewegen.”
Naar verwachting zullen met name zuidelijke EU-lidstaten kritisch zijn op verzoeken om uitzonderingen, omdat zij juist een gelijkmatige verdeling van asielzoekers willen. „Het kan wel zijn dat wij ze, als het ware, aansteken”, zegt Faber. „Dat zij ook denken: wij willen dit anders.”
Zolang de zogeheten opt-out er niet is, wil het kabinet inzetten op de uitvoering van het migratiepact dat de Europese Unie dit jaar heeft aangenomen. Dat pact treedt halverwege 2026 in werking.