Carry Slees boosaardige tweeling
Titel:
”Hebbes”
Auteur: Carry Slee
Uitgeverij: Prometheus, Amsterdam, 2002
ISBN 90 649 4015 0
Pagina’s: 219
Prijs: € 15,95. Tijdens het lezen van Carry Slees vijftigste boek rijst de vraag naar de grens tussen origineel en absurd; tussen fantasierijk en bizar. De avonturen van de gezusters Poeke en Piek uit ”Hebbes” zijn in elk geval hoogst ongewoon en hun karakters kun je niet hoogstaand noemen. Een feit is wel dat de inhalige tweeling aan het kortste eind trekt en dat voor het jongetje Noël het recht uiteindelijk toch zegeviert.
De originaliteit zit ’m vooral hierin, dat de hoofdpersonen in dit boek de verkeerde partij vormen; de lezer identificeert zich als het goed is dus niet met hen. Dat vind ik tegelijk een zwak punt. Poeke en Piek Zandstra hebben spitse neuzen, dunne armen en benen en ze dragen rode en blauwe fladderjurken. Verder „lijken het heel normale dames”, vertelt Slee. Het stel blijkt echter buitengewoon boosaardig te zijn.
Noël ziet eruit als elke andere jongen van zijn leeftijd, maar hij kan beter dan wie ook verhalen verzinnen. Als er in de stad een verhalenwedstrijd wordt georganiseerd, stelen Poeke en Piek Noëls verhaal en gaan er met de prijs -een grote beker- vandoor. Het duurt lang voordat Noël de diefstal van de tweeling kan bewijzen.
Tot die tijd halen de zussen tot vervelens toe de ene streek na de andere uit. Bovendien herinneren ze elkaar geregeld aan alle manieren waarop ze in hun jeugd anderen dwars hebben gezeten. Treiteren, bezeren en ruzie zoeken is van jongs af aan hun grote hobby.
Niet alleen de ontwikkelingen, ook de karakters zijn buitenissig. Noëls moeder is een excentrieke kunstenares; juf Aafje heeft meterslang haar waarin een slim vogeltje woont; meester Timo komt uit een acrobatenfamilie en hangt vaak aan de lamp. De burgemeester heeft op pagina 88 zo’n haast dat hij twee keer uit de bocht vliegt, alvorens hij bij het gemeentehuis arriveert „met op zijn motorkap een zandbak met drie kleuters erin. „Nog een keer!” roepen de kleintjes als de juf verschrikt komt aanhollen.”
Carrie Slee maakte naam door grote problemen uit de jongerenwereld aan te snijden. Ten diepste heeft ze dat nu weer gedaan, al is het probleem (onrecht) dit keer algemener dan bijvoorbeeld gepest worden of je moeder verliezen. En de uitwerking van het thema gebeurt wel érg luchtig. Slee maakt het kwaad op deze manier tot karikatuur. Poeke en Piek genieten als er in een woonhuis brand uitbreekt. „Maar nog meer lol hadden ze om een meisje dat overstuur in het gras zat. „IJsbeer!” huilde ze. „IJsbeer is nog binnen!” „Wie is ijsbeer?” vroeg Piek. „Mijn knuffel”, huilde het meisje. „Hoe ziet hij eruit?” vroeg Poeke. „Wit”, snikte het meisje. „Dan heb je straks een zwarte ijsbeer.” En ze renden lachend weg.”
Al met al vind ik ”Hebbes” een weinig verheffend stukje lectuur.