Op 24 april herdenken Armeniërs wereldwijd hoe de Turken 87 jaar geleden in Istanbul begonnen met een georganiseerde vernietigingscampagne tegen de Armeense minderheid in het Ottomaanse rijk, een campagne die binnen een paar jaar resulteerde in een dodental van misschien wel 1,5 miljoen christelijke Armeniërs. Honderdduizenden Armeniërs wisten te ontkomen en kwamen in een wereldwijde diaspora terecht.

Van Dijke was afgelopen zondag aanwezig bij de nationale herdenkingsbijeenkomst in Frankrijk, een land dat meer dan 300.000 Armeniërs herbergt. Bij deze plechtigheid in de Notre Dame in Parijs gaven autoriteiten en hoogwaardigheidsbekleders acte de présence. Van Dijke: „Dat was indrukwekkend. Een grote en grootse herdenking; een appèl aan de nieuwe generatie om alert te zijn en krachtig weerstand te bieden aan bedreigingen voor minderheden en kwetsbare etnische groepen.”

In Nederland, met naar schatting 10.000 Armeniërs op zijn grondgebied, is een herdenking zoals in Frankrijk niet mogelijk, omdat de Nederlandse regering weigert de Armeense genocide officieel te erkennen en te veroordelen.

Sinds begin 2001 hebben de Nederlandse Armeniërs een monument op begraafplaats de Boskamp in Assen. Ruim 500 Armeniërs woonden daar vorig jaar de aprilherdenking bij. De locatie is voor een nationale herdenking echter minder geschikt, vindt Van Dijke. „Het Internationaal Strafhof staat symbool voor de strijd tegen genocide en misdaden tegen de menselijkheid. Ik hoop dat de gemeente Den Haag zich niet zal verzetten tegen het plaatsen van een werkelijk nationaal monument in de buurt van het strafhof.”