Hoe een Zuid-Afrikaanse rivier vol gif stroomde
Drie jaar geleden brandde bij het Zuid-Afrikaanse Durban een loods met landbouwchemicaliën af. Daarna stierven er in de omgeving dieren en kregen mensen in de buurt een raar hoestje. Wat lag er precies in de loods en wat wist de overheid? Omwonenden beginnen een rechtszaak.
Inwoners van Blackburn, een nederzetting van 8000 huishoudens bij de Zuid-Afrikaanse havenstad Durban, kun je al drie jaar ’s nachts in bed horen hoesten. Wat ze precies mankeert, weten ze niet.
Op 12 juli 2021 brandde op een heuvel vlak bij Blackburn een loods met landbouwchemicaliën af. Het gebeurde tijdens verwoestende sloop- en plundertochten uit protest tegen de arrestatie van oud-president Jacob Zuma . Het vuur laaide negen dagen en smeulde nog eens twee dagen na, voordat het geblust was.
De Ohlanga, de rivier die de gemeenschap op dat moment al 60 jaar in haar basisbehoeften voorzag, raakte overspoeld met verontreinigd bluswater. De gemeente Durban sloot de lagune waarin de Ohlanga uitmondt en diverse stranden aan de Indische Oceaan, en ontraadde elke vorm van gebruik van het water tot nader order. Visserij en oeverteelt worden tot op de dag van vandaag afgeraden.
Wat lag er in de loods opgeslagen?
„Iedereen weet dat je niet meer van de rivier moet drinken” - Kwanele Msizazwe, gemeenschapsleider van Blackburn
Hart- en longziekten
Gemeenschapsleider Kwanele Msizazwe rook op 12 juni meteen onraad. „Verbrande autobanden, dacht ik eerst. Telkens als de wind opstak, kwam de rook onze gemeenschap binnen.” Eerst gingen de vissen dood, toen werd de rivier felblauw. Op de oevers verschenen dode dieren, helemaal tot aan zee. „Zelfs apen. Inmiddels zouden de gevaren voor onze gezondheid verminderd zijn –we wassen onze auto’s wel weer met rivierwater– maar iedereen weet dat je niet meer van de rivier moet drinken.”
Vorig jaar kwamen de resultaten van het eerste toxicologische en epidemiologische onderzoek naar de gezondheidsrisico’s van de brand binnen. Volgens onderzoekers van de universiteiten van Witwatersrand en de North West lopen duizenden omwonenden een twee- tot driemaal verhoogde kans op hart- en longziekten, waaronder longkanker. Onder de rook van de brand lagen naast Blackburn nog drie andere gemeenschappen, waaronder de miljonairswijk Umhlanga, en ook een school, op 400 meter van de loods. Die was tijdens de brand dicht wegens vakantie.
De onderzoekers beschikten over beperkte gegevens en bevelen de eigenaar van de landbouwchemicaliën, het Indiase bedrijf UPL Ltd., aan om uitgebreid medisch toezicht en langetermijnonderzoek te laten verrichten. In Blackburn zien ze het niet meer gebeuren. Na de brand vroeg gemeenschapsleider Msizazwe aan het ministerie van Bos, Visserij en Milieu –dat een consortium in het leven riep van deskundigen en betrokkenen– om medische hulp. Tevergeefs. „Er werd een ruimte gehuurd waar een kliniek in werd opgezet en we konden er dertien dagen terecht. Voor medisch onderzoek, dachten we, maar we werden slechts ondervraagd. „Hoe voel je je? Heb je druk op de borst?” Er was niet één dokter aanwezig, alleen maar verpleegkundigen.”
De inwoners van Blackburn zijn arm, kunnen geen zorgverzekering betalen en zijn aangewezen op overheidsinitiatieven.
„De ergste milieuramp in de recente geschiedenis van Zuid-Afrika” - Barbara Creecy, Zuid-Afrikaanse minister van Bos, Visserij en Milieu
Wederopbouw
De kwestie is drie jaar later nog steeds met vragen omgeven. Waarom werden omwonenden niet op de hoogte gesteld van de opslag? UPL, dat de loods drie maanden voor de brand begon te huren, heeft het verontreinigde slib weliswaar laten afgraven door een gespecialiseerd bedrijf dat met een stuwmeer de kwaliteit van nieuw afvoerwater blijft monitoren, maar heeft nooit publiekelijk bekendgemaakt om welke stoffen het ging. De minister sprak stellig van „de ergste milieuramp in de recente geschiedenis van Zuid-Afrika”.
Een advocatenbureau in Johannesburg heeft in juli namens een dozijn omwonenden een aanklacht ingediend tegen UPL, ’s werelds op vier na grootste producent van pesticiden, herbiciden en andere gewasbeschermingsmiddelen. De advocaten roepen andere gedupeerden op naar voren te komen om de zaak kracht bij te zetten en eisen smartengeld van omgerekend 25 tot 70 miljoen euro voor schade aan gezondheid en levensonderhoud van, naar schatting, enkele duizenden directe omwonenden.
Vorig jaar september bleken er nog steeds gevaarlijke chemicaliën in de bodem te zitten, toen na flink veel regen weer dode vissen kwamen bovendrijven in de Ohlanga. Dat gebeurde ook al in april 2022, toen na extreme regenval het eerdergenoemde stuwmeer overstroomde. De mond van de rivier lag vol dode vis.
Journalisten van weekkrant The Daily Maverick doken in de aanbesteding. Journalist Tony Carnie vat de uitkomsten tegenover dagblad Trouw samen als: „UPL was niet in het bezit van de benodigde verordening waarmee de gemeente uitstoot en vervuiling van potentieel gevaarlijke en explosieve industriële installaties reguleert, en er was ook geen locatiespecifieke milieueffectrapportage uitgevoerd.”
Als onderdeel van een economisch wederopbouwplan van een regeringscommissie, onder president Cyril Ramaphosa, viel de UPL-loods binnen een groot gebied waarvoor één „geïntegreerde milieubeoordeling” was uitgevoerd. Om in de omgeving Durban investeringen van de grond te krijgen, konden 276 projecten versneld van start gaan.
Misbruik
UPL is het tweede bedrijf in relatief korte tijd waarvoor bestuurders in Zuid-Afrika milieutechnisch een uitzondering maakten. In 2020 wilde de overheid krachtschepen van het Turkse bedrijf Karpowership voor de Zuid-Afrikaanse oostkust leggen, om –door middel van gasverbranding– energie op te wekken. Dat was nodig, stelde de minister destijds, om de zorgsector draaiende te houden. Het was crisistijd, staatsleverancier Eskom kampte met allerlei problemen en nood brak wet: Karpowership kreeg van een hoge ambtenaar ontheffing voor een milieueffectrapportage. Een lokale milieuorganisatie kwam er bij toeval achter, de zaak kwam uit en van de deal kwam uiteindelijk niets terecht.
„Er bestaat geen twijfel over: dit was misbruik van de wet en schept een precedent voor andere ontwikkelaars om misbruik te maken” - Jeremy Ridl, voormalig hoogleraar milieurecht
Jeremy Ridl, voormalig hoogleraar milieurecht, zei destijds: „Er bestaat geen twijfel over: dit was misbruik van de wet en schept een precedent voor andere ontwikkelaars om misbruik te maken (van Zuid-Afrikaanse milieuwetgeving, red.).”
Ridl is in zijn hoedanigheid als prominent milieuexpert ook voorzitter van het consortium in Durban. Hij was bij herhaaldelijke pogingen niet bereikbaar voor commentaar over de UPL-loods.
The Daily Maverick wist kort na de brand beslag te leggen op een inventarislijst van de loods. Onder de ruim 700 daarop vermelde insecticiden, herbiciden, fungiciden en rodenticiden, werd 26.000 kilogram aan Masta 900 vermeld. Deze insectenbestrijder bevat het voor mensen dodelijke zenuwgif methomyl – in India verboden. Opvallend, schrijft de weekkrant, omdat datzelfde jaar het moederbedrijf in de Indiase hoofdstad New Delhi nog op de vingers was getikt door het hooggerechtshof daar, nadat een dodelijke brand was uitgebroken in een UPL-fabriek in de deelstaat Gujarat. UPL bleek ook daar niet over een geldige milieuvergunning te hebben beschikt en moest op last van de Indiase autoriteiten werkzaamheden staken.
The Daily Maverick kreeg ook de resultaten van bodemonderzoek in handen dat UPL na de brand liet uitvoeren door externe consultants. In die analyse dook 2,4,5-trichloorfenoxyazijnzuur op, een bestanddeel van Agent Orange, de giftige cocktail waarmee de Amerikanen in de jaren 60 delen van Vietnam ontbladerden. Die stof mag onder de Conventie van Rotterdam, waaraan Zuid-Afrika gecommitteerd is, niet zomaar worden geïmporteerd. UPL liet aan The Daily Maverick weten die stof nooit te hebben geproduceerd, geïmporteerd, opgeslagen en verhandeld, wat het bedrijf tegenover Trouw bevestigt.
Het bedrijf houdt vol dat de loods geen stoffen bevatte die een gezondheidsgevaar voor de mens vormden en zegt de omgeving blijvend te onderzoeken op aanwezigheid van pesticiden, giftige metalen en andere ziekmakers. UPL is van plan om in beroep te gaan, mocht de zaak die nu is ingediend in een veroordeling eindigen.