Documentatieblad Nederlandse Kerkgeschiedenis jubileert, en volgens George Harinck heeft het zeker ook toekomst
Het Documentatieblad Nederlandse Kerkgeschiedenis (DNK) bestaat vijftig jaar. Dat wordt vrijdag herdacht op een symposium in Utrecht.
Kerkgeschiedenis is niet populair. Jongeren hebben er weinig mee. Mee eens?
„Mee eens. Geschiedenis in het algemeen is een ondergeschoven kindje in een cultuur die denkt dat wat achter ons ligt er niet toe doet. Dan draait alles dus alleen nog om morgen. Mensen gebruiken zo’n argument nog weleens als een afrekening met het verleden. Daar lijdt ook de kerkgeschiedenis onder.”
In dat kader: hoe gaat het met het Documentatieblad Nederlandse Kerkgeschiedenis?
„Het Documentatieblad bestaat nu een halve eeuw en heeft honderd afleveringen uitgegeven. De auteurs zijn er wel, en kopij is over het algemeen ook wel voorhanden, maar het abonneeaantal is laag. Voorheen was een tijdschrift afhankelijk van abonnees. Toen was het geringe abonneeaantal dus een punt van zorg. Het blad verschijnt nu echter ook digitaal. Bij Amsterdam University Press is het gratis in te zien. Daardoor is het bereik veel groter geworden. Zolang institutionele abonnees blijven bestaan, is ons voortbestaan niet in het geding.”
Er is een mijlpaal bereikt. Kunt u formuleren wát er bereikt is en waar het Documentatieblad voor staat?
„Kerkgeschiedenis is de afgelopen halve eeuw steeds nauwer verbonden geraakt met de geschiedwetenschap. Kerk en religie zijn een functie van de cultuur en gaan niet op in theologie. Kerkgeschiedenis raakt de religie in al haar facetten en in al haar maatschappelijke verbindingen en uitwerkingen. Dat is winst. De aandacht in het Documentatieblad is verschoven van de negentiende eeuw, en dan met name het Reveil, naar de kerk- en religiegeschiedenis van de negentiende en twintigste eeuw. Het documentaire karakter en de aandacht van auteurs voor het eigen kerkgenootschap zijn naar de achtergrond verschoven. Het Documentatieblad is een vaktijdschrift geworden en is, anders dan sommige verwante periodieken, Nederlandstalig gebleven.”
Hoe ziet u de toekomst voor kerkhistorische tijdschriften?
„Het is met periodieken net als met de papieren krant. Sommigen menen dat het papieren tijdschrift in deze gedigitaliseerde wereld zijn tijd heeft gehad. Tijdschriften zouden vervangen worden door internetfora, blogs en sociale media. Anderen denken dat het tijdschrift, al dan niet in papieren vorm, mee-evolueert met digitale ontwikkelingen en zijn plaats zal behouden. Zolang tijdschriften in hun publicaties het wetenschappelijk niveau blijven bewaken, zolang heeft het tijdschrift toekomst. Intussen dienen zich natuurlijk wel steeds meer alternatieve publicatievormen aan.”
Is er in dit opzicht verschil tussen de kleine en de grote kerkgeschiedenis?
„Geschiedenis is een van de meest toegankelijke wetenschappelijke disciplines en kan door zowel beroepshistorici als liefhebbers beoefend worden. Het verschil tussen de grote en de kleine kerkgeschiedenis zit ’m vooral in wat de beoefenaars voor ogen staat. Vakhistorici proberen inzicht te krijgen in een bepaald onderwerp uit de geschiedenis in een bredere context. Hun onderzoek is kritisch-historisch van aard. De onderwerpen waar zij zich mee bezighouden, hebben minder te maken met persoonlijke betrokkenheid. In de kleine kerkgeschiedenis speelt die betrokkenheid van de onderzoeker bij het onderwerp juist wel een grote rol. Daar is het lang niet altijd de bedoeling om het verleden te begrijpen, maar gaat het om de vaak positieve betekenis ervan voor het heden. De kleine kerkgeschiedenis is ook vaak klein in die zin dat ze lokaal, regionaal of persoonlijk is gericht, zonder dat men zich veel bezighoudt met de stand van het onderzoek daaromheen. De kritisch-historische houding jegens de bronnen en het vergelijken en afwegen van verschillende standpunten zijn bij de kleine kerkgeschiedschrijving vaak minder sterk ontwikkeld. Daarbij heeft ze zeker wel haar waarde. Ook de kleine kerkgeschiedschrijving draagt historische kennis over en kweekt liefde voor de geschiedenis aan.”
prof. dr. George Harinck, redactievoorzitter van het Documentatieblad Nederlandse Kerkgeschiedenis
„Kerkgeschiedenis raakt de religie in al haar facetten en in al haar maatschappelijke verbindingen en uitwerkingen” - Prof. dr. George Harinck, redactievoorzitter DNK