OpinieGezondheid en psychologie

Olympische Spelen voor gehandicapten

Geloof in God en de orde die Hij in Zijn schepping gelegd heeft, is geen handicap maar eerder een stimulans om die schepping te onderzoeken.

Jan-Hermen Dannenberg
11 September 2024 16:35Gewijzigd op 11 September 2024 16:43
beeld RD
beeld RD

Het is alweer even geleden dat ik hem de vraag stelde. Hij was een gerenommeerde, bevlogen en slimme wetenschapper die over alles een mening had en die niet onder stoelen of banken stak. Dat gold ook het onderwerp ”evolutie en schepping”, waarover ik als jonge promovendus met hem gesprekken had. Hoewel ik mij er nooit expliciet over had uitgesproken, was het feit dat ik op zondag naar de kerk ging voor hem voldoende om ervan uit te gaan dat geloof in de evolutietheorie niet tot mijn opties behoorde. Het was de tijd dat er maar twee smaken waren: schepping of evolutie. Het syncretisme dat Gods scheppende hand de evolutie is, had in Nederland nog geen voet aan de grond gekregen onder christenen.

Veel van onze gesprekken verliepen collegiaal. Tot ik hem die ene vraag stelde: „Maakt het uit of ik in schepping of in evolutie geloof als ik mijn experimenten doe in het laboratorium?” Het was me opgevallen dat er geen enkele op de evolutietheorie gebaseerde wetmatigheid was waarmee ik rekening moest houden bij het ontwerpen en uitvoeren van mijn experimenten. In de natuurkunde en de scheikunde heb je onder andere rekening te houden met de zwaartekracht, de lichtsnelheid en de reactiesnelheden. In de biologie wordt de evolutietheorie hoogstens gebruikt om resultaten te interpreteren maar die is niet bepalend voor het dagelijkse geëxperimenteer. Mijn collega-promovendi die uitgingen van de evolutietheorie voerden de experimenten op dezelfde manier uit als ik. We publiceerden onze resultaten in dezelfde wetenschappelijke tijdschriften en we presenteerden ze op dezelfde wetenschappelijke congressen.

Veel belangrijker dan schepping of evolutie was hóé de experimenten waren uitgevoerd, wilden ze op waarde geschat kunnen worden. Krijgen we hetzelfde resultaat als we het experiment herhalen? Welke conclusies kunnen we in alle redelijkheid en eerlijkheid trekken op basis van de resultaten? En welke experimenten kunnen we vervolgens doen om nog beter te begrijpen hoe een normale cel een kankercel wordt. In deze wereld verwonderden we ons vaak samen over de complexe en tegelijkertijd ingenieuze mechanismen in de cel. En toch was er volgens mijn geleerde collega een verschil tussen hen en mij.

Zijn antwoord zal ik nooit vergeten: „Kijk, je hebt Olympische Spelen maar je hebt ook Olympische Spelen voor gehandicapten.” Hij hoefde niet uit te leggen tot welke categorie ik en met mij alle wetenschappers die vasthouden aan de schepping behoorden. Het geloof in God en dat Hij de Almachtige, de Schepper van hemel en aarde is, maakt je blijkbaar tot een kreupele, voor wie er een aparte categorie wetenschapsbeoefening bestaat.

Nu de universiteiten weer zijn begonnen, zou ik tegen alle (beginnende) studenten willen zeggen: niets is minder waar! Wetenschappers als Pascal, Newton, Maxwell, Kepler, Compton, Thomson en Heidegger, om er een paar te noemen, waren voluit christen. Wie luistert naar de lezingen van hedendaagse wetenschappers zoals John Lennox, emeritus hoogleraar wiskunde aan de Universiteit van Cambridge, of James Tour, hoogleraar aan Rice University in de Verenigde Staten, zal merken dat geloof in God en de orde die Hij in Zijn schepping gelegd heeft geen handicap maar eerder een stimulans is om die schepping te onderzoeken.

Tegelijk valt me op dat er in onze kringen vaak een onterechte tegenstelling tussen het verstand en het geloof wordt gemaakt. Dat kan voor (beginnende) studenten verwarrend zijn. Geloven is niet een sprong in het diepe maar juist gebaseerd op feiten. Het is opvallend hoe vaak God Zijn bestaan, Zijn (be)trouw(baarheid) en Zijn goedheid aan het volk Israël onderbouwt met feiten waar Hij voor gezorgd heeft, zoals in Psalm 78 en aan het begin van de wet (Exodus 20:2): „Ik ben de HEERE Uw God, die U uit Egypteland, uit het diensthuis, uitgeleid heb.” Johannes schrijft dat hij al deze tekenen (feiten) opschrijft „opdat gij gelooft” (Johannes 20:31).

Dus daarom: verdiep je in Gods Woord! Zodat je gelooft dat God waar(achtig) is (Johannes 3:33). Dat Hij te vertrouwen is in wat Hij zegt over Zijn schepping, over mij en jou en over Wie Hij voor ons wil zijn in Jezus Christus. Gehandicapt of niet.

De auteur is moleculair bioloog.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer