Symposium: „Westerse christenen kunnen niet goed uit de voeten met lijden”
De theologie van de Reformatie heeft te weinig oog voor het kruisdragen met Christus, stelde Willem van der Deijl maandag in Utrecht. Dat komt doordat geborgenheid het grondmotief is in de reformatorische leer van de rechtvaardiging, zei hij.
Van der Deijl schreef het boek ”Lijden met Christus. Een theologie van vervolging voor de kerk vandaag”. Met behulp van recente theologische inzichten schrijft de auteur daarin over verdrukking van christenen wereldwijd en de vragen die dat oproept: zijn christenen geroepen om te delen in Christus’ lijden en sterven? Ziet de westerse kerk hierin iets over het hoofd?
Naar aanleiding van dit boek vond maandagmiddag een symposium plaats in het gebouw van de Theologische Universiteit Utrecht (TUU). De bijeenkomst, met als thema ”Lijden met Christus. Ben je als christen geroepen om te lijden?”, was georganiseerd door Permanente Educatie Predikanten, een programma van de TUU, in samenwerking met Open Doors, een organisatie voor vervolgde christenen.
Van der Deijl, die verbonden is aan Open Doors en aan de Nederlandse Zendingsraad, schetste de situatie die voor veel christenen geldt: „Christus volgen kost hun alles, maar geeft ook alles. Westerse christenen kunnen met het lijden niet goed uit de voeten. We zijn gewend aan overvloed en comfort.”
Reformatie
Hij vroeg zich af of de theologie van de Reformatie daarmee te maken heeft. Zijn antwoord luidde bevestigend. „In de kerk zoeken we troost en geborgenheid. Dat is het grondmotief van de reformatorische theologie. Hierin is geen plek voor het opnemen van het kruis. Het spoor van de Reformatie zorgt ervoor dat er minder oog is voor het lijden met Christus.”
Vervolgens haalde hij uitspraken aan vanuit de wereldkerk, die de vrees uit dat de westerse kerk niet toegerust is voor situaties van vervolging. Een stelling van het Bad Urach Statement, een verklaring die evangelicalen in 2009 in Duitsland opstelden, luidt: „Eerst lijden en dan glorie is het patroon van de weg van Christus.”
Van der Deijl wees op de zogeheten participatietheologie: de theologie die benadrukt dat de gelovige deelt in Christus’ levensweg, dus ook in het lijden. Hij noemde de Amerikaanse theoloog Michael J. Gorman die in dat spoor gaat en zei: „In Christus is het gelijktijdig Goede Vrijdag en Pasen. Goede Vrijdag geeft het patroon. Pasen geeft de kracht.”
Volgens Van der Deijl daagt de theologie van de vervolging de christenen in het westen uit. „In deze godloze tijd en cultuur is de oefening in kruisvormig leven essentieel. De vervolgde kerk kan ons daarbij helpen.”
„In deze godloze cultuur is de oefening in kruisvormig leven essentieel” - Willem van der Deijl, auteur boek over lijden als christen
Geschenk
De auteur kreeg tijdens het symposium stevige kritiek van prof. dr. Hans Burger, hoogleraar systematische theologie aan de TUU. Deze erkende dat het kruis in het leven van christenen inderdaad weinig te zien is. Maar het is voor hem de vraag of God de Vader en God de Heilige Geest ook direct met die kruisvormigheid te maken hebben. Ook vroeg hij zich af hoe het zit met de participatie van mensen ten opzichte van God de Vader.
Vervolgens sprak hij over de leer van de rechtvaardiging door het geloof. „Het is onjuist om te spreken van rechtvaardiging door medekruisiging. De kerk moet de rechtvaardiging door het geloof niet kwijtraken. Vóórdat een christen lijdt met Christus, heeft hij of zij een nieuwe identiteit ontvangen. Er is participatie, maar die is een geschenk.”
Van der Deijl reageerde daarop met de opmerking dat hij geen moralisme beoogt en dat het kruisdragen geen móéten is. „Maar”, zo zei hij, „we moeten wel leren leven met een paradox. We hebben het perspectief van de vervolgde christenen nodig.”
Ds. Jan-Matthijs van Leeuwen, verbonden aan Verre Naasten, de zendingsorganisatie van de Nederlandse Gereformeerde Kerken, vindt Van der Deijls boek nuttig. Hij hoopt dat de uitgave, die inmiddels in het Engels vertaald is, ook in andere talen vertaald wordt. Hij had wel een vraag naar aanleiding van zijn vele contacten met christenen wereldwijd: „Hoe verhoudt het boek zich tot de Bijbelse mores van het goede leven, bloei en feestvreugde?”
Van der Deijl gaf toe dat christenen behoefte hebben aan het goede leven. „We werpen ons niet in het lijden, maar het lijden en het goede leven zijn wel met elkaar verbonden. Liefde heeft een prijskaartje. Johannes de Doper verlangde dat Jezus groter zou worden. Jezus deelde het goede leven uit en Johannes kwam in de gevangenis.”
Boze reacties
Dr. Sake Stoppels, voormalig lector theologie aan de Christelijke Hogeschool Ede, vroeg zich af wat het Evangelie zo kostbaar maakt. „Dat is de vrede van God die alle verstand te boven gaat. Die vrede ontloopt het lijden niet”, zo vatte hij samen.
Hij stelde vervolgens dat westerse christenen een deel van het Evangelie zijn kwijtgeraakt. „We moeten spreken met twee woorden. Als je ervoor kiest om een leerling van Jezus te worden, weet je dat je verzeild raakt in de rellen van de wereld. Voor mensen uit de vervolgde kerk is dat normaal.”
„Durven predikanten de gemeente te confronteren met het ongemakkelijke van het Evangelie?” - Dr. Sake Stoppels, theoloog
Stoppels stelde dat ”verlossing” tegenwoordig in veel preken is vervangen door ”bemoediging”. Hij vroeg zich af of predikanten zich niet achter de oren moeten krabben als ze geen boze reacties krijgen op hun prediking. „In welke mate durven predikanten de gemeente te confronteren met het ongemakkelijke van het Evangelie?”