Ze noemt „vanuit veiligheidsoverwegingen” niet welke gedetineerden contact met elkaar hadden. Volgens meerdere bronnen gaat het om de Marengo-hoofdverdachten Ridouan Taghi en Saïd R. Beiden zijn begin dit jaar door de rechtbank tot levenslang veroordeeld voor onder meer betrokkenheid bij meerdere liquidaties. Het hoger beroep loopt nog.

Donderdag kwam naar buiten dat Taghi eind juli is verplaatst binnen de EBI en nu op een afdeling zit die enkel door glas wordt gescheiden van R. en de eveneens tot levenslang veroordeelde Willem Holleeder. Taghi’s detentieadvocaat Thomas van der Horst liet al weten dat er tussen hen daadwerkelijk contact was geweest, zonder daar verder op in te gaan. Verschillende politieke partijen vroegen daarop opheldering van de staatssecretaris.

Het is volgens Coenradie „in incidentele situaties” mogelijk dat er „kortstondig en onder direct toezicht van personeel visueel contact is tussen gedetineerden die niet bij elkaar geplaatst zijn”. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren als een gevangene uit zijn cel wordt gehaald voor een afspraak met zijn advocaat, terwijl andere gevangenen op dat moment bezig zijn met het programma buiten hun cel.

Op de afdeling waar Taghi eerder zat, zit nu zijn zoon Faissal. Hij is recent door Dubai uitgeleverd aan Nederland. De advocaten van Faissal maken groot bezwaar tegen het enorm strenge regime waaronder de 23-jarige Faissal vastzit, hij zit daar in totale isolatie. Ze noemen het „onmenselijk” en „buitenproportioneel”.

Faissal wordt verdacht van deelname aan een criminele organisatie die zich bezighoudt met internationale drugshandel, witwassen en het voorbereiden van geweldsmisdrijven. Hij zou vanuit zijn woonplaats Dubai de criminele organisatie van zijn vader hebben voortgezet.