„Vreemdeling vertrekt niet als bed, bad en brood verdwijnen”
Asielminister Marjolein Faber stopt vanaf 1 januari de financiering van de bed-bad-broodvoorziening voor uitgeprocedeerde asielzoekers. Waarom wordt deze groep niet gewoon uitgezet en welke gevolgen heeft het sluiten van de opvang?
Achtentwintig dagen heeft een afgewezen asielzoeker de tijd om Nederland te verlaten. Wil zo’n vreemdeling niet vertrekken, dan volgt gedwongen terugkeer. Toch gaat nog geen derde van de mensen die bevel hebben gekregen het Europees grondgebied te verlaten ook daadwerkelijk terug. Hoe kan dit?
Gedwongen vertrek is een weerbarstig proces. Vaak lopen wegen dood omdat het land van herkomst niet meewerkt aan terugkeer. Vreemdelingen die niet willen terugkeren doen er vaak ook alles aan om hun identiteit en nationaliteit te verhullen, stelt de Dienst Terugkeer en Vertrek. Dat maakt het ingewikkeld de juiste reisdocumenten te regelen. „En je mag iemand niet over de landsgrens droppen zonder documenten”, legt Mieke Kox, universitair docent aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, uit.
Door slechte diplomatieke verhoudingen weigeren herkomstlanden soms de juiste papieren te verstrekken. Niet altijd staat de persoon (meer) in de systemen. Kortom: het is niet zo dat vreemdelingen ineens vertrekken als de sobere opvang verdwijnt, zegt Kox. „Roepen dat we iedereen gaan terugsturen, is wensdenken, geen realiteit. Ministers zetten hier al jaren op in.”
Illegaal
Kox wijst erop dat de Landelijke Vreemdelingenvoorzieningen (LVV) niet alleen bed, bad en brood aanboden, maar ook met allerlei partijen zochten naar perspectief voor de vreemdeling: verblijfsrecht, migratie naar een ander land, toch terugkeer. „Dat verdwijnt dus straks ook, tenzij gemeenten de kosten gaan betalen.”
In een bed-bad-broodvoorziening worden niet alleen uitgeprocedeerde asielzoekers opgevangen, maar ook illegalen die nooit een asielprocedure hebben doorlopen. „Denk aan mensen die hier zijn gekomen om te werken. Of een verblijfsvergunning kregen omdat ze gingen trouwen, maar gescheiden zijn voordat ze een zelfstandig verblijfsrecht hebben gekregen.” Ook is er een groep die eerst in illegaliteit heeft geleefd en bijvoorbeeld pas in beeld is gekomen na een aanhouding door de politie.
Daarnaast betekent uitgeprocedeerd zijn niet per definitie dat alle juridische wegen afgesloten zijn, legt Kox uit. „Omstandigheden kunnen veranderen. Soms hebben advocaten bepaalde feiten laten liggen. Daardoor hebben mensen mogelijk op andere gronden recht op verblijf in Nederland.”
Zwarte markt
Hoe dan ook, zonder de juiste papieren kunnen zij niet terug, maar ze mogen dus ook niet in Nederland blijven. Dan resteren nog twee opties. „Of de persoon verdwijnt in de illegaliteit. Of de overheid accepteert de realiteit.” Kox pleit voor dat laatste. „We weten al jaren dat soms herhaaldelijk is geprobeerd mensen terug te sturen, zonder resultaat. Illegaliteit brengt allerlei problemen met zich mee voor de persoon in kwestie en de samenleving, zoals overlast en onveiligheid.”
In de praktijk blijkt een groot deel van de illegalen zich redelijk te redden. „Mensen zwerven op straat, slapen bij vrienden of kunnen een kamer huren dankzij een baantje op de zwarte markt – bijvoorbeeld als schoonmaker bij particulieren. Voor wie daartoe niet in staat is, biedt de LVV uitkomst.”
Kox denkt dat de overheid weerstand bij potentiële vertrekkers kan wegnemen door de asielprocedures beter uit te leggen. Uit haar onderzoek blijkt dat veel mensen besluiten oneerlijk vinden en ervaren dat hun rechten onvoldoende worden gerespecteerd. „Ze geven bijvoorbeeld aan dat het onveilig is in het land waar ze vandaan komen, maar het enige wat ze te horen krijgen is: je moet terug. Daardoor accepteren ze zo’n besluit niet. Als we hun zorgen serieus nemen, mensen zich gehoord voelen en weten dat hen recht gedaan wordt, zullen ze minder weerstand bieden in het terugkeertraject.”
„Of de persoon verdwijnt in illegaliteit, of de overheid accepteert de realiteit” - Mieke Kox, universitair docent