Bijna een op tien AOW’ers had vorig jaar betaald werk
Bijna een op de tien AOW’ers had in 2023 betaald werk, zegt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Dat jaar bereikten werkenden de AOW-leeftijd als ze 66 jaar en tien maanden waren, maar ondanks dat hadden zo’n 229.000 mensen tussen 67 en 90 jaar een betaalde baan. Dat komt neer op 8 procent.
Veel meer mannen bleven doorwerken en ze maakten ook meer uren per week dan vrouwen. Volgens het CBS deden 172.000 mannen dit in 2023 en 57.000 vrouwen. In percentages werkte 12 procent van de mannen nog en 4 procent van de vrouwen. Relatief veel werkende AOW’ers waren zzp’er (45 procent), of flexwerker (36 procent). Bijna een op de tien had een vast contract.
De meeste 67-plussers werkten in deeltijd en hadden het vaakst een baan in de economie of administratie. Mannen deden volgens het CBS ook vaak iets in de techniek of transport en vrouwen juist in de zorg en welzijn, dienstverlening of werk met kinderen. De AOW-leeftijd is dit jaar verhoogd naar 67 jaar.
Het statistiekbureau kwam woensdag met meer cijfers, onder meer over het aantal mensen met een beroep in een bepaalde sector. Daaruit komt naar voren dat bijna de helft van de werkenden in 2023 een baan had in de sectoren economie, administratie, zorg en welzijn of techniek. Bijna 1,9 miljoen mensen werkten in de economie en administratie, ruim 1,4 miljoen in de zorg en welzijn en meer dan 1,3 miljoen in de techniek. De minste mensen waren agrariër, 176.000 mensen waren bijvoorbeeld boer of tuinder.