Onder meer Apeldoorn, Best, Elburg, Etten-Leur, Goirle, Harderwijk, IJsselstein, Maasdriel, Meerssen, Mook en Middelaar en Rucphen geven aan dat het niet mogelijk is meer opvangplekken in te richten, omdat er geen plek is. „Wij zoeken op continue basis naar oplossingen, maar geschikte locaties zijn vrijwel niet te vinden”, zegt Apeldoorn. De gemeente heeft 1187 bedden voor Oekraïense vluchtelingen en in de opvang zijn geen plekken meer vrij.

Harderwijk ervaart hetzelfde. De Gelderse stad heeft plek voor zo’n 140 vluchtelingen, maar alles is vol. Er zijn weinig beschikbare locaties en de meest kansrijke zijn inmiddels al ingericht als opvang. „We hebben te maken met een opeenstapeling van huisvestingsvraagstukken voor verschillende doelgroepen, terwijl de druk op de woningmarkt enorm is.” Meerssen (Limburg) zegt dat uitbreiding „slechts in zeer beperkte mate” mogelijk is. „Binnen onze gemeente zijn geen locaties waar grote groepen opgevangen kunnen worden.” Op dit moment heeft Meerssen tachtig opvangplekken en die zijn allemaal bezet.

Zo’n 25 andere gemeenten geven aan dat uitbreiding onwenselijk is. Zo zeggen onder meer Amstelveen, Beesel, Capelle aan den IJssel, Geertruidenberg, Hof van Twente, Nieuwkoop, Nunspeet en Woerden dat ze al meer Oekraïners opvangen dan is afgesproken. „Naast de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne levert de gemeente Den Helder al jarenlang op een grote schaal asielopvang. Wij dragen in dat opzicht ruimschoots bij aan de nationale opgave”, zegt Den Helder. Beesel (Limburg) zegt erover: „Wij leveren als kleine gemeente binnen onze regio al een fors aandeel wat betreft opvangplekken voor Oekraïense vluchtelingen. Er worden op dit moment dan ook geen extra plekken of opvanglocaties vormgegeven.”

Faber wees de gemeenten vorige week in een brief op hun verantwoordelijkheid om meer opvangplaatsen te regelen. Het is het „pakkie-an van de gemeenten”, zei ze. De minister wees er ook op dat er gemeenten zijn die achterlopen en meer plekken moeten creëren.