De aanvallen vonden plaats in de arme provincie Beloetsjistan, aan de grens met Iran en Afghanistan. Daar hebben veiligheidsdiensten al langer te maken met sektarisch, etnisch en separatistisch geweld. Het BLA is de grootste van groepen etnische opstandelingen die zich verzetten tegen de centrale regering. De militanten vinden dat de regering de gas- en minerale bronnen in de provincie oneerlijk exploiteert.

Een groot deel van de doden viel bij een aanval op voertuigen op een snelweg. Daarbij kwamen 23 mensen om. Dertig tot veertig militanten stopten 22 bussen en vrachtwagens. Inzittenden moesten uitstappen en identiteitsbewijzen tonen. Personen uit de provincie Punjab werden doodgeschoten. Ook staken de aanvallers tientallen voertuigen in brand.

De militanten richtten zich ook op het spoor tussen Pakistan en Iran, en een spoorbrug tussen de provinciale hoofdstad Quetta en de rest van het land. Volgens de spoorwegen gingen daar explosieven af. Bij de spoorbrug liggen zes doden. Op ongeveer hetzelfde moment vielen de militanten politiebureaus aan. Ook daarbij vielen doden.

De veiligheidsdiensten hebben bij hun operaties tegen het BLA 21 militanten gedood. Hierbij zijn ook tien militairen en vier medewerkers van wetshandhavingsinstanties gestorven, meldt het Pakistaanse leger, dat spreekt van „laffe terreurdaden”. Premier Shehbaz Sharif heeft gezworen dat de veiligheidstroepen zullen terugslaan en degenen die verantwoordelijk zijn terecht zullen staan.