President O-Timor bereid tot amnestie
De nieuwe president van Oost-Timor, Xanana Gusmao, heeft dinsdag tijdens een bezoek aan de Zweedse hoofdstad Stockholm gezegd dat zijn regering bereid is in het kader van nationale verzoening amnestie te verlenen.
Dit aan mensen die verdacht worden van schendingen van de mensenrechten of die daarvoor veroordeeld zijn. De amnestie zou gelden voor personen die wreedheden hebben begaan tijdens de onlusten die gepaard gingen met de vrijmaking van Oost-Timor van Indonesië. Gusmao zei dat de regering snel haar standpunt openbaar zal maken, zodra Oost-Timor op 20 mei formeel onafhankelijkheid heeft verkregen. Hij zei er bij het parlement op aan te zullen dringen dat hij een speciale volmacht voor gratieverlening krijgt.
De Verenigde Naties houden het Indonesische leger verantwoordelijk voor het bloedvergieten, waarbij honderden mensen werden gedood en een groot deel van de huizen en de infrastructuur op Oost-Timor werd vernield. Er kwam pas een einde aan het geweld nadat er een VN-vredesmacht was gelegerd.
Gusmao kondigde verder aan dat hij naar New York zal reizen om de VN te verzoeken om verlenging van de vredesmissie met twee jaar. Hij zei ook te zullen aandringen op „geleidelijke afslanking” van de omvang van de missie.
Gusmao legde de verklaringen af op een tweedaagse, internationale conferentie die geheel was gewijd aan de nasleep van het conflict. De bijeenkomst werd bijgewoond door afgevaardigden uit meer dan veertig landen.
De verkiezing van Gusmao tot president, 14 april, vormde de bekroning van 24 jaar onafhankelijkheidsstrijd.