Doorrijden buschauffeur Heenvliet na ongeluk ‘niet te bevatten’
Het is voor de familie „niet te bevatten” dat buschauffeur Willem A. doorreed nadat hij met een lijnbus in Heenvliet een 76-jarige man uit Brielle had aangereden. De wielrenner overleed enkele weken later aan zijn verwondingen. „Waarom ben je doorgereden? Waarom toeterde je niet? Waarom belde je geen 112?” vroeg de dochter van het slachtoffer dinsdag aan A. in de rechtbank in Rotterdam. „Dan had je iets van menselijkheid getoond.”
Het ongeluk gebeurde twee jaar geleden, op 4 augustus 2022. Het slachtoffer stak op zijn racefiets de busbaan over in Heenvliet. Hij had de bus voorrang moeten geven. A. merkte dat de wielrenner de linker voorspiegel raakte. De 70-jarige A. stopte echter niet, maar reed door. De passagiers in de behoorlijk volle bus merkten dat er iemand was aangereden, maar niemand maande de chauffeur te stoppen.
De officier van justitie eiste een werkstraf van 240 uur tegen A. en een rijontzegging van een jaar. Hij reed ruim 60 kilometer per uur, op dat moment mocht er 30 kilometer per uur gereden worden omdat er wegwerkzaamheden waren. „Het gaat om een ongeval dat niemand gewild heeft, maar er moet wel een norm gesteld worden”, onderbouwde ze haar eis. Ze spreekt van een „ernstige verkeersfout” van beroepschauffeur A.
De verdachte uit Rockanje liep zelf na het ongeluk ook een flinke knauw op. Hij is onder meer vijf maanden opgenomen op een psychiatrische afdeling met een ernstige depressieve stoornis en gebruikt nog steeds zware medicijnen. Mede daardoor duurde het langer dan gebruikelijk voordat de strafzaak behandeld kon worden. De zitting in de rechtbank is heel zwaar voor hem, vertelde zijn advocaat. „Hij is nog altijd niet de oude, hij reageert vlak en trager dan voorheen.”
A. vertelde de rechter meerdere keren dat hij nooit had mogen doorrijden. „Ik had niet ingeschat dat de aard van de verwondingen zo zwaar waren. Maar ik had 112 moeten bellen”, zei hij. Hij verontschuldigde zich bij de nabestaanden die in de zaal aanwezig waren.
De rechtbank doet op 3 september uitspraak.