Eigenwijze oudjes?
Afiks oudjes komen niet naar de schuilkelders als het luchtalarm loeit. Ongeloof dat er daadwerkelijk op de kibboets geschoten zal worden, blijkt de voornaamste reden.
„De ouderen van Afik moeten wakker geschud en geholpen worden”, luiden de notulen van de vergadering van Afiks commissie voor wederzijdse hulp en onderlinge solidariteit, waar ook ik onderdeel van ben. Het heeft even geduurd voordat we als commissie een patroon zagen, maar nu de oorlog al een aantal maanden raast, is het ons duidelijk: Afiks ouderen gaan te weinig naar de schuilkelders.
Om inzicht in de omvang van het probleem te krijgen, deelde de commissie de hele kibboets op in groepen. Die groepen zijn gebaseerd op de verdeling over de collectieve ondergrondse schuilkelders, die in de jaren zeventig in Afik werden aangelegd en nog altijd dienstdoen. Over iedere groep werd een ‘schuilkeldermanager’ aangesteld die bij ieder alarm inventariseert of iedereen in orde is en naar de schuilkelder gekomen is. Die data wordt vervolgens met het ‘opperhoofd’ van de schuilkelders gecommuniceerd en wat blijkt: Afiks oudjes komen daadwerkelijk niet naar de schuilkelders.
Het feit dat de schuilkelders ondergronds zijn, is een groot nadeel voor de minder mobiele ouderen. De trap is lang en smal en je haastig naar beneden spoeden, zeker als je op leeftijd bent, kan catastrofaal zijn. Daarnaast zijn de schuilkelders vochtig, koud en weinig comfortabel. Direct werkten we als commissie aan creatieve oplossingen. Geld voor trapliften of dergelijke is er niet, maar twee sterke mannen en een stoel kunnen een soort traplift vormen in geval van nood. Ook werd er gezorgd voor aansluitingen voor medische apparatuur en werden comfortabele stoelen naar beneden gesleept. Eveneens is een initiatief gestart om mobiele veilige kamers die aan bestaande huizen verbonden kunnen worden met korting aan te schaffen.
Ook de mobiele ouderen bleven echter collectief bovengronds. Ongeloof dat er daadwerkelijk op Afik geschoten wordt, bleek de voornaamste reden. Ooit loeiden de alarmen in heel grote gebieden, omdat niet precies genoeg gedefinieerd kon worden waar het projectiel zou neerkomen. Omdat er nooit iets in Afik landde, gingen jongere inwoners van het dorp na verloop van tijd bij het horen van alarmen naar het uitzichtpunt om te kijken of en hoe de raketten in de regio landden.
Dat de techniek sindsdien behoorlijk vooruit is gegaan en dat het nu menens is als het alarm gaat, is lang niet tot iedereen doorgedrongen. Een presentatie van een officier van het Home Front Command en een reeks telefoontjes moeten de laconieke houding een beetje veranderen.
Eigenwijs? Deels. Ieders autonomie wordt natuurlijk gerespecteerd, maar als het aan voorzieningen of informatie ontbreekt, ligt daar verantwoordelijkheid.
Onze correspondente in Israël, Jeannette Gabay-Schoonderwoerd, houdt een dagboek bij vanuit haar woonplaats Afik, in het noorden van Israël. Deel 74.