„Zending bedrijven begint dichtbij”
Voor de laatste maal leidde mevrouw C. A. Kaslander-Goedegebuur, presidente van de Bond van Vrouwenverenigingen der Gereformeerde Gemeenten, dinsdag de jaarlijkse bondsdag. Om gezondheidsredenen zal ze zich niet verkiesbaar stellen voor een nieuwe termijn. Ze maakte dit dinsdag bekend op de 55e bondsdag, die in Veenendaal werd gehouden. Mevrouw Kaslander was presidente sinds 1987.
Ds. C. A. van Dieren, voorzitter van de Bond van Vrouwenverenigingen, sprak in zijn openingswoord over de vraag van de Grieken uit Johannes 12:21: „Wij wilden Jezus wel zien.” De Grieken waren opgevoed bij het veelgodendom en bedreven godsdienst naar eigen goeddunken. Daarin was, zei ds. Van Dieren, verandering gekomen. Ze waren gaan zien dat het veelgodendom loos was en overgegaan tot de godsdienst van de Joden. Ook zij gingen nu op naar Jeruzalem, om te aanbidden. En daar stelden ze de vraag: „Wij wilden Jezus wel zien.”
Die Grieken waren, zei de predikant uit Rijssen, wel veranderd, maar niet vernieuwd. „Ze hadden niet ingeleefd dat het uitwendige paaslam hen niet kon behouden. Ze wilden Jezus wel zien, maar niet als hun Zaligmaker.”
Waar Christus Zijn genade verheerlijkt, wordt dat in een weg van sterven geleerd, zei ds. Van Dieren. „Dat is afsterven aan de wereld en aan alles buiten Christus, om in Hem het behoud te vinden. Christus wijst er Zelf op dat het tarwegraan alleen vruchten draagt als het in de aarde valt en sterft. Eerst dient de grondslag voor de zaligheid te worden gelegd, daarna volgt de onderwerpelijke toepassing ervan. Die grondslag is dat God verheerlijkt moet worden in een weg van volmaakte betaling. Christus moet als het tarwegraan in de aarde vallen. Hij legt gewillig Zijn leven af, stelt Zijn leven voor de schapen. In het graf van Jozef van Arimathea wordt Hij als het stervende tarwegraan in de aarde neergelegd. Zo zal Hij zaad zien. Zo zal Hij vrucht dragen.”
Is hier nog een stervend erfdeel, vroeg de voorzitter, dat met alles op de dood aangaat? „Zonder Borg en Middelaar wordt het omkomen. Nodig is het Hem te kennen in de kracht van Zijn vernedering en van Zijn opstanding. In die weg draagt Hij vrucht, opdat vruchtelozen in Hem het leven vinden.”
De bondsdag 2002 stond in het teken van de zending. Ds. J. J. van Eckeveld, voorzitter van het deputaatschap voor de zending, hield het referaat: ”Zending dichtbij en ver weg”. De predikant uit Zeist wees erop dat het bedrijven van zending dichtbij moet beginnen: „In eigen huis, bij de eigen buren. Als onze buurman, die zondags zijn tuintje wiedt, nog nooit iets van ons heeft gehoord over de enige ware God, dan zijn we ernstig tekortgeschoten. Als onze eigen kinderen nooit van ons hebben gehoord hoe goed het is om de Heere te dienen, dan is er iets grondig mis.”
Als genade gekend wordt, gaat ons leven iets vertonen van wat Christus tekent in Matthéüs 5: gij zijt het zout der aarde, gij zijt het licht der wereld, een stad boven op een berg, zei ds. Van Eckeveld. „We kunnen niet allemaal naar het zendingsveld, maar zijn we in eigen omgeving wel als het zout der aarde, als het licht der wereld? Is het aan ons te merken wat de vreze des Heeren is? Het gaat niet alleen om onze woorden, maar om heel onze levenswandel. Een teer leven in de vreze des Heeren maakt anderen jaloers.”
Kennen we dat nieuwe leven niet? Zijn we niet als het licht der wereld? „Vlucht met die nood tot Hem. Laat het uw gebed dan zijn: Heere, geef ons wat U eist. Zoek het nooit bij uzelf, want daar is alleen duisternis te vinden. Zoek het bij Hem, Die in deze duistere wereld is neergedaald om het licht van Gods genade te laten schijnen. Als dat licht ons beschijnt, gaan we iets verspreiden van de geur van Christus.”
Hoe moet het gesprek worden gevoerd als onze kinderen niets meer van de waarheid willen weten? vroeg een van de aanwezigen. „We moeten tijd en wijze weten”, zei ds. Van Eckeveld. „Als we het gesprek forceren, roepen we alleen maar verzet op. Toch zal er wel eens gelegenheid zijn over iets anders te spreken dan over het weer. Laten we de Heere smeken om getrouw te zijn. Wulfert Floor zei: Vroeger sprak ik veel met mijn kinderen over de Heere. Nu spreek ik veel met de Heere over mijn kinderen.”
En als onze buren vijandig reageren op een gesprek? „Zie op Hem, Die, als Hij gescholden werd, niet wederschold. Hij gaf het over in de handen van Hem Die rechtvaardig oordeelt.”
In de middagvergadering was er een vraaggesprek, geleid door ds. G. Clements uit Gouda, met drie bondsbestuursleden over hun reis naar het zendingsveld te Nigeria: de dames J. de Blois-van Kempen, A. Teerds-Gertenbach en A. van Wolfswinkel-Blokland. Vervolgens werd de actie ”Vrouwen voor vrouwen” gestart. Deze actie wordt gehouden in het kader van het veertigjarig bestaan van de Zending Gereformeerde Gemeenten (ZGG). Zij richt zich speciaal op de vrouwen in de zendingsgebieden.
