IAG, het moederbedrijf van British Airways, Vueling en Iberia meldde donderdag van de overname af te zien. Dat besluit volgde nadat toezichthouders zorgen hadden geuit over de concurrentie. De deal stuitte op weerstand van Europese toezichthouders omdat IAG daardoor een te sterke positie op de Spaanse markt zou krijgen. IAG zou wel bepaalde concessies hebben geboden, maar dat was niet voldoende voor Brussel. IAG probeerde eerder ook al eens Air Europa over te nemen. Omdat de overname niet doorgaat, betaalt het luchtvaartconcern 50 miljoen euro aan Air Europa-eigenaar Globalia.

De toekomst van Air Europa oogt nog steeds „duurzaam en bemoedigend”, stelt de airline verder. Air Europa werd hard getroffen door de coronacrisis en moest in 2020 worden gered door de Spaanse overheid met een lening van 475 miljoen euro. In 2022 ging een winst van 472.000 euro in de boeken, waarmee de luchtvaartmaatschappij net een verlies wist te voorkomen. Vorig jaar boekte Air Europa een winst van 165 miljoen euro.