Tweede Kamer zet ingreep in WW door
De Tweede Kamer gaat in meerderheid akkoord met het wetsvoorstel om de toegang tot de Werkloosheidswet (WW) moeilijker te maken. De regeringspartijen CDA, VVD en D66 steunen het plan, evenals de SGP.
Volgens het wetsvoorstel komen alleen werknemers die 39 van de laatste 52 weken hebben gewerkt straks nog in aanmerking voor een werkloosheidsuitkering. Dat is een aanzienlijke aanscherping van het huidige vereiste: 26 van de laatste 39 weken.
Of het wetsvoorstel daadwerkelijk van kracht wordt, is nog niet helemaal zeker. De Kamer wil eerst wachten op een advies van de Sociaal-Economische Raad (SER) over de WW, dat voor 1 april binnen moet zijn. Als dat SER-advies geen goede alternatieven bevat voor de ingreep, zal het wetsvoorstel in de loop van het jaar nog in werking treden, zo zei minister De Geus van Sociale Zaken tijdens het debat.
De vakcentrale FNV zegt dat de onderhandelingen in de SER moeizaam verlopen. Volgens bestuurder Heerts zijn er „knelpunten rond de hoogte en de duur van de uitkering, maar ook rond het ontslagrecht en de bijstand voor ouderen.” De bonden willen dat iedereen in de eerste maanden van werkloosheid een uitkering krijgt van meer dan 70 procent van het laatstverdiende loon. Na verloop van tijd zou de uitkering verlaagd moeten worden.
De linkse oppositiepartijen betoogden woensdag dat de Kamer had moeten wachten met de behandeling van het WW-voorstel totdat het SER-advies binnen is. Ook inhoudelijk hadden zij scherpe kritiek op de maatregelen. Volgens PvdA-kamerlid Noorman zullen vooral jongeren worden getroffen door de scherpere toetredingseisen. Ook zouden die het wisselen van baan ontmoedigen en daarmee slecht zijn voor de mobiliteit op de arbeidsmarkt.
De regeringspartijen vinden het juist een goede zaak dat werknemers niet meer zo makkelijk in de WW kunnen komen. De werkloosheidswet moet een „trampoline” zijn om zo snel mogelijk weer aan de slag te komen, aldus CDA-kamerlid Verburg.
Dat laatste vindt ook de SGP. Kamerlid Van der Vlies steunt het wetsvoorstel, maar ziet nog wel een paar haken en ogen. Voor seizoensgebonden arbeid zullen met name de agrarische sector en de horeca moeilijker mensen kunnen vinden. Volgens het wetsvoorstel kunnen bedrijven in deze sectoren het probleem oplossen door beter samen te werken en werknemers van elkaar over te nemen.
Van der Vlies vraagt zich af of dat lukt. Eenzelfde werknemer kan op zich best de ene periode aardbeien plukken, een volgende periode aspergesteken en dan nog een tijdje bollen pellen. Probleem is alleen dat de regio’s waarin dit gebeurt soms ver uit elkaar liggen. De SGP zal de minister bij het vervolg van de behandeling ertoe oproepen de kwestie goed in de gaten te houden.
In totaal moet het wetsvoorstel een bezuiniging van 280 miljoen euro opleveren. Overigens gelden voor kunstenaars en musici, die doorgaans kortlopende arbeidsovereenkomsten hebben, minder strenge eisen. Zij komen volgens het wetsontwerp al in de WW als ze 26 van de laatste 39 weken hebben gewerkt. Op dit moment is dat voor deze categorie nog 16 van de 39 weken.
Oorspronkelijk wilde het kabinet meteen ook de kortdurende WW afschaffen. Daarvan zag het af nadat vorig najaar een sociaal akkoord kon worden bereikt met werkgevers en werknemers.