Geschiedenisleraar komt na debat over optocht uiteindelijk in Kamer terecht
Door een verhit debat in een Friese gemeente over versierde wagens kwam geschiedenisdocent Aant Jelle Soepboer in de plaatselijke politiek terecht. Zes jaar later zetelt hij voor Nieuw Sociaal Contract (NSC) in de Tweede Kamer. Hij komt op voor onderwijs, streektalen én het belang van de regio, in het bijzonder Friesland.
,Ik zeg altijd dat ik opgroeide in een bipolair nest. Mijn vader komt uit een CDA-gezin en mijn moeders kant behoorde tot wat ze in het noorden noemden: de rode rakkers. In ons gezin leverden deze verschillen weinig problemen op. We spraken niet dagelijks over de politiek. Maar tijdens verjaardagen was dat anders. Als de families bij elkaar kwamen, kruisten ze de degens met elkaar. En dat ging er soms pittig aan toe.
„Dinsdag ga ik vaak om vier uur ’s morgens al van huis en ik kom donderdagavond laat weer thuis; dat is pittig” - NSC-Kamerlid Aant Jelle Soepboer
Van jong af wist ik al hoe ik later mijn brood wilde verdienen: als leraar. Op de basisschool voerde onze groep 8 een musical op en ik speelde daarin de hoofdrol als leraar. Vanaf dat moment wist ik het. Geschiedenis vond ik erg interessant, dus de keuze was snel gemaakt. Naast mijn bevoegdheid als geschiedenisdocent behaalde ik ook het diploma om als aardrijkskundeleraar aan de slag te gaan.”
Optocht
„Ambities om in de politiek te gaan had ik niet. Toch gebeurde het. Door een gemeentelijke herindeling kwamen drie Friese gemeenten bij elkaar. Daardoor kwam een belangrijk onderdeel van het dorpsfeest, de optocht met versierde wagens, in het gedrang. Een groep jongeren kwam toen bij mij met de vraag of ik een mooie ingezonden brief wilde maken om te pleiten voor het behoud van de optochten; dat moest in het Fries.
Dat stuk ging op een gegeven moment viraal. Daarop kwam een vertegenwoordiger van de Friese Nationale Partij (FNP) bij mij langs met de vraag of ik op de lijst voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 wilde. Daarin bewilligde ik. Via voorkeurstemmen kwam ik in de raad. Al tijdens de allereerste raadsvergadering hebben we de toekomst van de optochten veiliggesteld.
In 2022 ging ik als wethouder aan de slag. We hadden toen in principe een andere kandidaat-wethouder, maar de FNP boekte zo’n goed verkiezingsresultaat dat we twee wethouders in het college mochten leveren.”
Drummer
„Ondertussen kreeg ik de smaak te pakken. Toen Pieter Omtzigt voor zijn partij Nieuw Sociaal Contract mensen zocht, schreef ik een brief. Dat gebeurde nadat wij eerder kennis hadden gemaakt en een goed gesprek voerden over de waarde van het gezin, goed bestuur en aanpassingen in het kiesstelsel. Zo kwam ik op de NSC-kandidatenlijst en eind vorig jaar in de Tweede Kamer.
Boze tongen beweerden in de campagnetijd dat ik sympathiseerde met extreemrechts. Ik kan met de hand op het hart zeggen dat ik nooit het extreemrechts gedachtegoed deelde. Sommigen legden een verbinding met de Friese metalgroep Baldrs Draumar waar ik drummer ben. Alsof die extremistische wortels zou hebben. Dat is onzinnig. We zingen over het middeleeuwse Friesland, over strijd, over mythen en over sagen. Het is folklore, niet meer dan dat.
Het werk in de Tweede Kamer vind ik prachtig. Ik ben dankbaar dat ik mij in het hart van de democratie mag inzetten voor de mensen in Nederland en voor mensen in de regio.
Wat mij eerlijk gezegd tegenvalt, is dat ik een groot deel van de week niet thuis ben. Ik mis mijn lieve vrouw en onze prachtige zoon van drie jaar. Dinsdagmorgen ga ik vaak om vier uur ’s morgens al van huis weg en kom donderdagavond laat weer thuis. Dat is pittig.”
Regio en onderwijs
„In de komende kabinetsperiode ga ik mij richten op drie dingen. Ik zie mijzelf als belangenbehartiger voor de regio, in het bijzonder Friesland. Hiermee hangt mijn tweede speerpunt samen, namelijk het belang onderstrepen van de waarde van de Friese taal. Daar zette ik mij al voor in en zal dat blijven doen. Maar niet alleen voor het Fries overigens, ook voor bijvoorbeeld het Zeeuws, Limburgs of het Nedersaksisch.
„Ik ben zelf met heel veel plezier naar de zondagsschool gegaan en ik heb daar nooit iets geks geleerd” - NSC-Kamerlid Aant Jelle Soepboer
Verder ben ik onderwijswoordvoerder. Hier hebben we een stevige opgave. De kwaliteit van het onderwijs loopt terug en de basisvaardigheden als rekenen, taal en schrijven zijn ondermaats. Het onderwijsprogramma is simpelweg te vol.
In het hoofdlijnenakkoord ligt vast dat we de onderwijsvrijheid willen handhaven. De overheid gaat niet over de richting van een school. Tegelijkertijd vinden we wel dat onderwijsmethoden neutraal moeten zijn en bewezen effectief. De discussie over sturing in het onderwijs kan spanning opleveren met de vrijheid van scholen. We zullen daar een juiste balans moeten vinden.
Het toezicht op het informeel onderwijs, zoals bijvoorbeeld Koranscholen of Chinese weekendscholen, is ook een spannende. Zondagsscholen en andere vormen van kerkelijk werk hoeven niet bang te zijn, maar daar waar haat en geweld worden doorgegeven, moet de overheid ingrijpen.
Er komen wat Nieuw Sociaal Contract betreft alleen controles als er signalen van misstanden zijn. Ik ben zelf met heel veel plezier naar de zondagsschool gegaan. En ik heb daar nooit iets geks geleerd.”