Volgens sommige deelnemers wil de oppositie geen deel uitmaken van de overgangsregering. De opposanten lieten eerder weten een neutrale regering van technocraten te prefereren. Verder zullen zij het ontslag van de chefs van zeven veiligheidsdiensten eisen. De oppositie houdt hen verantwoordelijk voor de aanslag op ex–premier al–Hariri waarbij achttien mensen om het leven kwamen en meer dan 220 gewond raakten.

Wel wil de oppositie met de door Syrië gesteunde president Lahoud overleggen over de nieuw te benoemen premier. Zij zullen daarvoor een delegatie of een parlementariër aanwijzen. Het nieuwe kabinet moet de aanslag op al–Hariri onderzoeken, onderhandelen met Damascus over een Syrische terugtrekking van ongeveer 15.000 militairen en zorg dragen voor de parlementsverkiezingen die gepland staan voor eind mei.

Lahoud sprak woensdag met parlementsvoorzitter Berri. Die waarschuwde voor een machtsvacuüm. Iedereen moet nu aan het nationale belang denken, aldus Berri na afloop. Hij en de president onderhouden nauwe banden met het Syrische bewind. Jumblatt zei het liefst te zien dat Lahoud ook aftreedt en dat we „een nieuw hoofdstuk in de Libanees–Syrische betrekkingen en interne Libanese relaties kunnen beginnen".

Premier Karami nam ontslag na massale straatprotesten. Zij eisten het ontslag van de regering en het vertrek van het Syrische leger. Demonstranten keerden woensdag terug naar het Plein van de Martelaren in het centrum van de Libanese hoofdstad. Jeugdbewegingen en non–gouvernementele organisaties riepen op tot een concert voor „vrijheid en waarheid" over de moordaanslag op de voormalige regeringsleider al–Hariri.