Rooms-katholieke begraafplaatsen in de zorgen: „We moeten vergroenen”
Steeds meer rooms-katholieke kerkhoven krijgen te maken met problemen op het gebied van financiën en onderhoud. Wil van de Molengraft: „We gaan ons richten op meer biodiversiteit en op een andere manier van onderhouden van begraafplaatsen.”
Nederland kent twee soorten begraafplaatsen: algemene en bijzondere. Onder de bijzondere vallen rooms-katholieke begraafplaatsen. Het totaalaantal daarvan bedraagt ruim 1200. De meeste rooms-katholieke begraafplaatsen bevinden zich in Noord-Brabant. Het bisdom ’s Hertogenbosch telt er ongeveer 300, die allemaal nog in gebruik zijn. Daaronder zijn grote, zoals de Lambertusbegraafplaats te Helmond met 4200 graven, en kleine, zoals die te Hedel met 243 graven. Kenmerkend voor de meeste van deze begraafplaatsen is de Calvarieberg, een heuvel met een kruis. Soms staat er ook een kleine kapel.
Rooms-katholieke kerkhoven zijn –in tegenstelling tot de algemene begraafplaatsen– niet in eigendom van de burgerlijke overheid, maar van de parochie. Dat betekent niet alleen dat de parochie er zeggenschap over heeft, maar ook dat alle kosten voor haar rekening zijn. En dat zorgt de laatste jaren in rooms-katholieke kring voor problemen.
Barmhartigheid
Wil van de Molengraft, econoom van het bisdom van ’s Hertogenbosch, is verantwoordelijk voor het financiële beleid in het bisdom. Ook de financiën van begraafplaatsen vallen daaronder. In zijn kamer in het bisschoppelijk paleis in de Noord-Brabantse hoofdstad, pal naast de Sint-Janskathedraal, geeft hij uitleg.
De stafmedewerker van het bisdom vindt het belangrijk dat de rooms-katholieke begraafplaatsen blijven. „De parochie heeft de zorg voor de overledenen als een van de werken van barmhartigheid. Men wordt in gewijde grond begraven. De begraafplaats heeft voor een lokale gemeenschap veel gevoelswaarde.”
Hij schetst de moeilijkheden die zich de laatste tijd voordoen. „Nabestaanden betalen voor het graf en voor het onderhoud. Het aantal betrokken katholieken daalt, er zijn minder mensen die op een katholieke begraafplaats begraven willen worden en crematie is sterk toegenomen. Dat betekent minder inkomsten. Het onderhoud wordt deels door vrijwilligers gedaan, maar hun aantal wordt minder en het zijn meest ouderen die het werk doen. Voor zeventigplussers kan het lastig zijn om, staande op een ladder, de heg te snoeien. Een aantal parochies is inmiddels overgegaan tot het inhuren van hoveniers of andere betaalde krachten.”
Dat kan op termijn leiden tot financiële problemen. Het is goed geweest dat er in het verleden parochies zijn samengevoegd en gefuseerd, vindt de econoom. „Het aantal is teruggelopen van ongeveer 300 naar 60. Dit betekent dat de parochies financieel vaak meer armslag hebben gekregen. Ze kunnen de zorg voor de begraafplaatsen tot op heden opbrengen.”
„Sluiting van een begraafplaats zal veel emoties met zich meebrengen ” - Wil van de Molengraft, econoom bisdom ’s Hertogenbosch
Het is voor hem geen optie om in de toekomst rooms-katholieke kerkhoven te sluiten, zoals in andere bisdommen geopperd wordt. „Als een katholieke kerk sluit, is de begraafplaats de laatste zichtbare plek van de katholieke presentie in een gemeenschap. Sluiting daarvan zou veel emoties met zich meebrengen. Die kant moeten we niet op. Het bisdom pleit er juist eerder voor om bijvoorbeeld een kleine kapel op de begraafplaats neer te zetten als de kerk in het dorp sluit.”
Bijenhotel
Van de Molengraft vindt wel dat er wat moet gebeuren. Hij laat een aantal beelden zien van rooms-katholieke begraafplaatsen. Ze zijn netjes bijgehouden, maar grote stukken waar vroeger graven waren, bestaan nu uit zand. „Dat kan anders. Begraafplaatsen zouden aantrekkelijk moeten zijn om te zien, onderhoudsvriendelijk en een aangename plek om te verblijven. Dat is op dit moment niet altijd het geval.”
De oplossing moet volgens hem gezocht worden in de richting van vergroenen en biodiversiteit. „Dat is trouwens wel iets anders dan het neerzetten van een bijenhotel zonder rekening te houden met welke planten die bijen dan zouden moeten gaan aantrekken.”
Daarom heeft het bisdom contact gezocht met Ada Wille, iemand die gespecialiseerd is in begraafplaatsarchitectuur. „In overleg met haar is er een plan gemaakt. Dit jaar loopt er een pilot in Eindhoven en Nuenen. Als het daar aanslaat, kan het verder uitgerold worden.”
Het houdt wel in dat kerkbesturen keuzes moeten maken: waar wordt nog begraven? Hoe vergroen je lege plekken op een begraafplaats? De vrije keuze van de plaats van een graf kan beperkt worden, zegt Van de Molengraft. „Het is een gezamenlijk belang van parochiebestuur en nabestaanden om ook in de toekomst samen te werken aan een mooie begraafplaats als laatste rustplaats voor onze overledenen.”