Oorlogskinderen nemen afscheid van moeilijke jeugd
Op de laatste schooldag in Oekraïne haalde opnieuw een generatie oorlogskinderen hun schooldiploma. Een dag van afscheid, maar ook van toekomstplannen.
Onlangs was ik in Kyiv aanwezig tijdens De Laatste Schoolbel. Zo wordt de allerlaatste schooldag genoemd van de kinderen die hun diploma hebben gehaald. Omdat in Oekraïne de basisschool en middelbare school niet gescheiden zijn, nemen op die dag bijna-volwassenen, zeventienjarigen, afscheid van hun klasgenoten, hun leraren, en feitelijk ook van hun kindertijd.
Het meest indrukwekkende moment van de viering vond ik het vaarwel van de mentor. Na wat liedjes en dansjes en een plechtige toespraak van de directeur, knipte klassenleraar Ruslan een lint door tussen hem en elk kind. Zo liet hij symbolisch zijn pupillen los. Een aantal kinderen en veel ouders hielden het niet droog.
Ook ik pinkte een traantje weg. Hier nam een nieuwe generatie oorlogskinderen afscheid van een moeilijke jeugd. Van de 32 leerlingen van de examenklas waren er 5 vluchteling. Zij hadden op de eerste dag van de oorlog, op 24 februari 2022, geen afscheid kunnen nemen van hun voormalige klasgenootjes.
„Deze generatie kinderen is getraumatiseerd”, vertelde mentor Ruslan me. „Al zullen ze dat vermoedelijk pas op veel latere leeftijd merken.” Zelfs op de ochtend van de laatste schooldag was hij wakker geworden met het luchtalarm. „God, alstublieft, nu niet. Geef deze kinderen in elk geval één mooie herinnering”, had hij gebeden. Vorig jaar was de viering ondergronds, in het metrostation, vertelde hij. „Dat is toch niet normaal?”
„God, alstublieft, nu niet, geef deze kinderen in elk geval één mooie herinnering” - Ruslan, mentor van zeventienjarigen die afscheid namen van school
Na de ceremonie luidden alle leerlingen een voor een de laatste schoolbel. Het meest geestdriftig klingelde Julian, een boomlange laatstejaars. Hij bleek een van de vluchtelingen te zijn. „Nadat ik me de eerste keer voorstelde aan m’n klasgenoten, gaf de mentor me meteen een taak met een paar anderen. Zo konden we aan elkaar wennen”, herinnert hij zich. Mentor Ruslan praat veel over de plek van herkomst met de gevluchte kinderen – want dat doen ze graag, weet hij. „Voor mij stonden niet hun studieresultaten voorop, maar stond hun welzijn voorop.”
Ook Jevgenia mist haar stad, Charkiv, in het oosten van Oekraïne, waar ze na de invasie vandaan vluchtte. „Het voelt alsof ik nog steeds van de leeftijd ben die ik had toen ik daar op school zat”, vertelde ze me. Missen doet ze vooral haar slaapkamer in Charkiv. Met alle verhuizingen en wisselingen van school verloor ze een jaar – en toch liep ze geen studievertraging op. „Wij Oekraïners zijn sterk”, is haar verklaring.
„Jevgenia is gesloten, maar wel dapper”, vond haar mentor. Jevgenia wil buitenlandse talen leren; Julian wil graag professor in geschiedenis worden. Zo werd de laatste schooldag een dag van afscheid, maar ook van toekomstplannen. „Als kinderen de vluchtervaring goed doorstaan, maakt dat ze in veel opzichten sterker dan kinderen die niet hoefden te vluchten”, aldus mentor Ruslan.