Dalende batterijprijs: goedkopere auto’s en misschien wel de doodsteek voor kernenergie
Batterijprijzen dalen spectaculair. Wat betekent dat voor de betaalbaarheid van elektrische auto’s? Het kan zelfs gevolgen hebben voor de inzet van kernenergie.
Hoe duur is een accu nu?
De prijs van een batterij wordt altijd uitgedrukt in dollar per kilowattuur (kWh). Eerst: wat is zo’n kWh? De batterij van je smartphone bevat ongeveer één honderdste van een kWh. En een beetje elektrische auto bezit een accu van 65 kWh.
Nu de prijs. In april lag die voor een volledig accupakket –geschikt voor een elektrische auto– gemiddeld rond de 86 dollar per kWh. Dat was vorig jaar nog 139 $/kWh. Voor een goedkoper type pakket betaalde men in april in China zelfs 75 $/kWh. Daarmee zit de prijs per kWh op het niveau dat deskundigen hadden verwacht voor 2030.
Waarom dalen de prijzen zo sterk?
Dat komt allereerst door goedkopere grondstoffen. Daarnaast kampen fabrikanten met overcapaciteit wat de prijzen drukt. Tot slot vinden er nog steeds flinke verbeteringen plaats qua batterijtechniek en productieproces. Dat zorgt per saldo voor betere batterijen voor minder geld.
Past de prijsdaling van lithiumbatterijen in een trend?
Ja. De lithiumbatterij zag de afgelopen jaren „een van de snelste prijsdalingen van een energietechnologie ooit”, meldde het Internationale Energieagentschap (IEA) in een rapport eerder dit jaar. In 2010 betaalde je voor een batterijpakket nog 1400 dollar per kWh. In 2023 daalde dat naar 139 kWh. Het IEA ziet daarbij ook een belangrijke rol voor de opschaling van de productie. Met name dankzij China.
Wat gaat de consument hiervan merken?
Die merkt de prijsdaling op het moment dat die de portemonnee trekt voor een elektrische auto of een thuisaccu.
De prijzen van thuisaccu’s zijn sinds 2020 meer dan gehalveerd. En ze zullen nog verder dalen . Een batterij van 10 kWh kost nu ruim 3000 euro , exclusief de btw. Die btw mag je overigens terugvragen via de belasting. De investering kan volgens sommige deskundigen in zes jaar zijn terugverdiend. „Het moment nadert dat het dom wordt om geen batterijen te kopen”, schreef columnist en energiespecialist Vincent Dekker onlangs in Trouw.
„Het moment nadert dat het dom wordt om geen batterijen te kopen” - Energiespecialist Vincent Dekker
Als je de elektrische auto onder de loep neemt, zie je dat de batterij het duurste onderdeel is. Afhankelijk van type en grootte, vormt die een kwart tot wel een derde van de totaalprijs. Als batterijen goedkoper worden zal de elektrische auto (ev) dus steeds betaalbaarder worden. In China zijn ev’s al goedkoper dan auto’s met een verbrandingsmotor, meldde Bloomberg . Dat ligt in Europa mogelijk ook in het verschiet.
Wat betekent de prijsdaling van batterijen voor de energietransitie?
Eerst even een opfrisser: de energietransitie is de overstap van een economie die draait op fossiele energie (kolen, olie en gas) naar een samenleving met duurzame energie. Volgens deskundigen spelen batterijen in die transitie een sleutelrol. Zo kunnen deze apparaten de stroompieken van zonne- en windenergie opvangen.
Energiewetenschapper Auke Hoekstra verwacht –mede dankzij de opkomst van natriumbatterijen– dat we „richting een overvloed aan goedkope batterijen gaan”. Daardoor zal het „relatief eenvoudig worden om over te stappen op 100% zonne- en windenergie”. Volgens hem maken batterijen het net ook veerkrachtiger en elimineren ze black-outs en spanningsschommelingen. Alleen voor de laatste 5 procent van de stroomvoorziening voorziet Hoekstra nog langetermijnopslag, bijvoorbeeld door groene waterstof.
„We gaan richting een overvloed aan goedkope batterijen” - Energiewetenschapper Auke Hoekstra
De doorbraak van goedkope batterijen kan ook de doodssteek betekenen voor kernenergie. Dat vergt wat toelichting. Een belangrijke studie uit 2022 in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat ging over de goedkoopste oplossing voor een fossielvrij stroomnet in Noordwest-Europa. De hoofdvraag luidde: is dat met of zonder kernenergie? De conclusie luidde dat het qua kosten amper uitmaakt. Kernenergie of niet, de transitie wordt ongeveer even duur. Dat zou betekenen dat de bouw van kerncentrales wenselijk kan zijn voor de stroommix, omdat het leveren van nucleaire energie niet afhankelijk is van het weer. Naar nu blijkt zijn de toekomstige kosten voor batterijen in het scenario zonder kernenergie sterk overschat. De studie gaat uit van 121 euro per kWh. In 2040. Pakketten zijn nu al flink goedkoper.
Overigens bleken in dezelfde studie de kosten voor kernenergie waarschijnlijk erg optimistisch te zijn ingeschat.
Hoe groot is de kans dat de prijs nog verder daalt?
Die is vrij groot. Bij technologische ontwikkelingen die snel gaan, blijken prijsdalingen keer op keer onderschat. Qua prijsval zijn batterijen te vergelijken met zonnepanelen. Sinds 2000 werden die 24 keer goedkoper . En ook die zakken nog steeds in prijs.
Daarbij komt: naast lithiumbatterijen die worden doorontwikkeld, zijn ook natriumbatterijen sterk in opkomst . De verwachting is dat accu’s van die laatste soort nog goedkoper worden. Keukenzout –waar natrium in zit– kost immers slechts een habbekrats. Dure, zeldzame metalen als kobalt en nikkel blijven in die nieuwe batterijen achterwege.
Kan de prijs ook weer omhooggaan?
Zeker. In 2022 stegen de prijzen voor lithiumbatterijen eventjes. Dat had te maken met de hoge grondstofprijzen.
Ook geopolitieke spanningen kunnen de prijzen voor accu’s opdrijven. China heeft haast een monopolie op batterijen en de grondstofverwerking ervoor. Zes van de tien grootste batterijproducenten zijn Chinees. In 2022 nam het land volgens Bloomberg bijna 80 procent van de productiecapaciteit voor zijn rekening. Op onderdelen is de markt nog meer uit balans. Zo zorgen de Chinezen voor zo’n 99 procent van de raffinage van grafiet – een zeer belangrijk bestanddeel van batterijen. Als Xi kwaad wil en Poetins gas-als-wapentactiek na-aapt, kan dat accuprijzen opstuwen. Of China dat zelf wil, is natuurlijk de vraag. Maar de afhankelijkheid van het Westen blijft. En het is de vraag hoe verstandig dat is. Europa moet aan de bak om eigen productieketens veilig te stellen.