Een verdere daling is echter met onzekerheid omgeven. Een bijzonder risico voor de wereldwijde inflatie vormen de economische plannen van Donald Trump. Nu de twijfels rond de kandidatuur van Joe Biden toenemen lijken de kansen van de New Yorkse vastgoedmagnaat en zijn MAGA-beweging verder te stijgen. Dit roept de vraag op wat er gebeurt met de wereldeconomie als Trump zijn beloftes over protectionistische maatregelen waarmaakt. Sinds zijn entree in het Witte Huis in 2017 is het economische roer in de Verenigde Staten flink omgegooid. Een open houding en een voorkeur voor vrijhandel zijn omgewisseld voor een gesloten America Firstbeleid.

In een onheilspellend interview met Time Magazine tekent Trump de contouren van zijn beleid bij een terugkeer in Washington: een universeel importtarief van 10 procent en zelfs 60 procent voor China. Hoewel dreigementen van Trump niet altijd bewaarheid worden, is een verhoging van importtarieven onder zijn bewind zeer waarschijnlijk. Trump heeft hier namelijk geen steun van het Congres voor nodig.

Recent waarschuwden zestien economen, allen Nobelprijswinnaars, dat Trump de Amerikaanse economie kan ontwrichten en een heropleving van inflatie teweegbrengen. Importtarieven hebben namelijk twee duidelijke gevolgen: hogere prijzen en een daling van de internationale handel. Vooral die eerste economische wetmatigheid wordt door Trump stelselmatig ontkend door te spreken over een belasting voor het buitenland. Een importtarief betekent echter dat Amerikaanse bedrijven die goederen importeren daarvoor ”belasting” moeten afdragen aan de US Treasury, het Amerikaanse ministerie van Financiën. Onderzoeken naar eerdere importtarieven laten zien dat de kosten vooral terecht zijn gekomen op het bord van Amerikaanse consumenten en importeurs, en dus nauwelijks door buitenlandse exporteurs zijn gedragen. Importtarieven zijn feitelijk belastingen voor Amerikaanse burgers. Het Peterson Institute for International Economics becijferde dat de plannen van Trump leiden tot 1700 dollar (zo’n 1560 euro) jaarlijkse extra kosten per huishouden.

Voor bepaalde sectoren is de Amerikaanse assertiviteit overigens begrijpelijk. Zo is bekend dat China veel sectoren van staatssteun voorziet, zodat prijzen kunstmatig laag blijven en op oneerlijke wijze geconcurreerd kan worden. Daarnaast speelt er onderliggend een geopolitiek gevecht, waar beide grootmachten vechten om een voorsprong in strategische sectoren als technologie en chips.

Wanneer het universele importtarief van Trump er komt, dan zal dergelijk beleid niet onbeantwoord blijven. Vergeldingsmaatregelen liggen op de loer, met een prijsopdrijvende handelsoorlog tot gevolg. Uiteindelijk kent zo’n dynamiek alleen maar verliezers. Een verdere daling in de inflatie is geen gegeven en de route naar prijsstabiliteit zal in 2025 mogelijk turbulent zijn. Stoelriemen vast dus.

De auteur is econoom bij De Nederlandsche Bank. Hij schrijft op persoonlijke titel.