Ds. Klink put kracht uit ontmoetingen met christenen uit het verleden en heden
„Hoornaar is een dorp met een kleur van wellevendheid. Het is open, er is ondernemingszin. Hier leeft een besef van zielkundig fatsoen.” Nee, hier is geen makelaar aan het woord, maar dr. H. (Huib) Klink. Zondag nam de dorpsdominee afscheid.
‘Zijn’ kerk staat aan de Dorpsweg, een klein eindje voor de weg kruist met het water van de Kromme Giessen. Ertegenover staat een zwart gebeitste ‘boerenschuur’ met de naam De Kerkbuurt. Het is het verenigingsgebouw van hervormd Hoornaar. Ds. Klink maakt er even gebruik van voor het interview ter gelegenheid van zijn emeritaat. Drie maanden geleden verliet hij de pastorie al voor een huis in Leerdam.
De Kerkbuurt is vertrouwd terrein voor de predikant. Jarenlang leidt hij er kerkenraadsvergaderingen en geeft hij catechisatie in de zaal die aan de polder grenst. „Kijk, op deze muur projecteerde ik Bijbelteksten of vragen die ik met de jongeren wilde bespreken.” Ds. Klink werpt een blik naar buiten richting de Oudendijkse molen. „Soms zag ik de zon nog verdwijnen achter de molen. Avonden met een gouden rand.”
Verweven
Lezenderweg komt ds. Klink op het spoor van de Italiaanse theoloog Luigi Giussani en zijn leerling Silvio Cattarina, die drugsverslaafden weer op weg helpt. Cattarina schrijft de levensvragen van de verslaafden op. Ds. Klink bespreekt die weer met de jongeren in Hoornaar. „Waar leef ik voor? Waarom zijn we hier? Dat leverde goede gesprekken op. Catechisanten vroegen: „Waarom gaan we niet een keer naar dat centrum dat Cattarina oprichtte toe?” Dus ben ik vorig jaar met ze naar Italië geweest. Sommige van de jongeren vertellen mij dat er geen dag voorbijgaat waarop ze niet terugdenken aan die reis.”
Niet alleen de kerkelijke jeugd geniet ds. Klinks onderwijs. Jarenlang geeft de predikant godsdienstlessen aan de kinderen van de openbare basisschool. Als tiener valt hij als een blok voor verhalen uit de Griekse oudheid. „Maar gek hè, als ik die aan de kinderen op de openbare school vertelde, verslapte de aandacht. De Bijbelverhalen boeiden ze veel meer. Dat komt omdat God erin is verweven. Het zijn verhalen met een ziel.”
Blijven
Dat ds. Klink 33 jaar predikant zou zijn in Hoornaar had hij zelf ook niet zo bedacht. „Na vier jaar kon ik mijn eerste beroep krijgen. De pastorie was toen net voor een miljoen verbouwd, helemaal geschikt gemaakt voor ons gezin met zes kinderen. De kerkvoogdij bezwoer me om te blijven.” Wanneer ds. Klink synodelid is, wordt hij erg in beslag genomen door het Samen op Weg-proces. Met verdriet denkt hij terug aan die periode. Contacten die andere gemeenten in die tijd zoeken, wijst hij af.
„Binnen een uur tijd kreeg ik twee duidelijke aanwijzingen dat ik in Hoornaar moest blijven; het was op het onwaarschijnlijke af” - Ds. H. Klink, emeritus predikant hervormd Hoornaar
Bij een later contact met betrekking tot een beroep denkt ds. Klink dat het misschien wel tijd is om Hoornaar te verlaten. „Ik boog mijn knieën om God te vragen wat ik moest doen. Toen kwamen er binnen een uur tijd twee duidelijke aanwijzingen dat ik moest blijven. Het was op het onwaarschijnlijke af. Luther zou zeggen: Als het in de tijd van de Bijbel was gebeurd, zou het in de Bijbel hebben gestaan.”
Hooggestemd
Tijdens zijn ambtsperiode put ds. Klink kracht uit ontmoetingen met christenen uit het verleden en heden. Hij geniet van het contact met dr. W. Aalders. „We belden elkaar elke dag en ik bezocht hem iedere week. Ik besprak mijn preek met hem en hij hielp me verder.” Ook de vriendschap met de Duitse nieuwtestamenticus Martin Hengel en zijn vrouw Marianne waardeert Klink. „Hij was een kenner van het hellenisme. Hij en zijn vrouw waren gedreven christenen.” Contacten met de Italiaanse schrijver Eugenio Corti , bekend van ”Het rode paard”, inspireren ds. Klink. „Corti was een hartsvriend. Hij kende de kracht van het christendom.”
Wat spreekt hem juist zo aan in deze gelovigen? Lang hoeft de predikant daar niet over na te denken. „Tegenover de preekstoel hier in Hoornaar hangt een wandkleed met de geloofsbelijdenis. Ik merk dat wij als christenen vaak stoppen met nadenken bij het kruis. Maar de mensen die ik zojuist noemde, hadden veel zicht op wat daarna volgt: opgestaan uit de doden, opgevaren ten hemel, zittende ter rechterhand Gods des almachtigen Vaders. Dát heb ik hier met verve willen uitdragen, ook aan onze jonge mensen. Met de woorden van Aalders: de apocalyptische Christus. Hij, Die ondanks de verstoringen in de geschiedenis, bóven de geschiedenis staat.”
„Ik heb veel gekregen van Hem, Die het zaad de zaaier verleent” - Ds. H. Klink, emeritus predikant hervormd Hoornaar
Ds. Klink denkt dat, ondanks of misschien juist wel dankzij het hooggestemde van zijn preken, die boodschap overgekomen is. „Randkerkelijken, jonge mensen, ze voelden het aan: hier gaat het ergens om. Mijn afscheidspreek ging over Handelingen 3:6-9: „Wat ik heb, dat geef ik u.” Het gezag waarmee ik hier veelal mocht verkondigen, heb ik gekregen in de Naam van Christus. Hoe had ik anders durven zeggen tegen mensen, ook al leek het tegendeel waar te zijn: Je wordt beter? Hoe konden mensen die iets moesten belijden, anders met opluchting en dankbaarheid weggaan? Hoe had ik anders dominee kunnen worden? Ik heb veel gekregen van Hem, Die het zaad de zaaier verleent. Daarom heb ik veel door kunnen geven.”