Kerk & religieZendingscolumn
Wij hebben een horloge, maar zij hebben de tijd

Ik ben onder de indruk als ik het programma van de jeugdactiviteiten zie. Plannen kunnen ze wel, die Arambakerkleiders. Maar bij de start van de jeugdweek blijkt dat de jongeren uit een ander dorp nog niet zijn gearriveerd.

Michel Pauw
beeld RD
beeld RD

Het programma –keurig ingedeeld met sprekers en discussiegroepen en tijd voor sport en spel– kan dus nog niet beginnen. Dat is vervelend! Hoe gaat dat nu verder? Wanneer gaan we nu wel beginnen? Wat nu met al die jeugd uit de twee andere dorpen die er wel is? Op welke programmaonderdelen gaan ze nu beknibbelen?

Uiteindelijk begint het programma om acht uur ’s avonds, in plaats van om acht uur ’s ochtends. Het zijn de spelactiviteiten die het moeten ontgelden. Een hoop frustratie – niet bij de Arambamensen, maar alleen bij mij.

Enige optie

Op de derde dag van het jeugdprogramma staan mijn vrouw Erna en ik ’s middags om half twee ingedeeld om voor de ouders te spreken over opvoeding. Dat betekent dat ik op die dag ’s morgens een vergadering kan plannen met het bestuur van ons vertaalproject. Dat is dan ook zo’n beetje de enige optie die we hebben, want Werdjer, de voorzitter van het bestuur, is alleen die derde dag beschikbaar en daarvoor komt hij speciaal naar ons dorp, een wandeling van maar liefst twee volle dagen. Op de vierde dag moet hij weer verder naar een volgend dorp voor een belangrijke vergadering.

De derde dag breekt aan en er blijken slechts drie van de tien bestuursleden te zijn. Zo kunnen we natuurlijk niet vergaderen en we stellen de vergadering uit tot vier uur ’s middags. Dan zal ik wel klaar zijn met mijn bijdrage over opvoeden. Als het onze tijd is om te spreken, is het ochtendprogramma echter net afgerond. Ze nemen een half uurtje pauze, om twee uur mogen we spreken. Maar om twee uur is er niemand te zien. Pas om vier uur gaat de bel en langzaam verzamelt het publiek zich weer voor onze lezing.

Frustratie

Daar komt de frustratie weer naar boven. Had ik dat geweten, dan hadden we de bestuursvergadering om twee uur gedaan. Maar opnieuw, geen spoortje ergernis bij de andere bestuursleden.

Uiteindelijk houden we onze bestuursvergadering op de vierde dag, om zeven uur ’s ochtends, één uur voordat onze voorzitter naar het volgende dorp vertrekt.

Als hij weg is, denk ik: wat heerlijk om alle tijd te hebben en geen frustratie op de koop toe!

Michel Pauw (1980) is vertaaladviseur en decaan van een vertaalschool in Papoea-Nieuw-Guinea. Hij werd in 2014 met zijn vrouw Erna en hun kinderen voor Wycliffe Bijbelvertalers uitgezonden vanuit de hersteld hervormde gemeente in Woudenberg. Dit is Pauws laatste column in deze rubriek.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Zendingscolumn

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer