Obesitasexperts: Kijk liever naar iemands buikomvang dan naar zijn BMI
Focus bij de behandeling van mensen met overgewicht niet alleen op de body mass index (BMI), maar kijk ook naar iemands buikomtrek en eventuele gezondheidsproblemen. Daarvoor pleiten obesitasexperts.
Zeven wetenschappers uit binnen- en buitenland publiceerden vrijdag een artikel in vakblad Nature Medicine waarin ze een zogeheten raamwerk presenteren voor het diagnosticeren en behandelen van mensen met overgewicht. Het document moet, als het aan de auteurs ligt, de basis vormen van nieuwe internationale richtlijnen.
Op basis van input van 29 vooraanstaande obesitasexperts concluderen de wetenschappers dat niet alleen de BMI –de verhouding tussen gewicht en lichaamslengte– dient te bepalen of iemand in aanmerking komt voor een behandeling. De buikomvang en de aan- of afwezigheid van gewichtsgerelateerde gezondheidsproblemen zijn namelijk ook van groot belang, stellen ze.
Zorgverleners zijn nu nog te veel gefocust op BMI, merkt prof. dr. Gijs Goossens, hoogleraar cardiometabole fysiologie van obesitas aan het Maastricht UMC+ en een van de auteurs van het artikel. „De BMI alleen zegt echter niet zoveel over iemands gezondheid. Zo kan een bodybuilder een hoge BMI hebben en toch kerngezond zijn. Het is immers een overschot aan vetweefsel dat gezondheidsproblemen veroorzaakt.”
„Een bodybuilder kan een hoge BMI hebben en toch kerngezond zijn” - Prof. dr. Gijs Goossens, obesitasexpert aan het Maastricht UMC+
Mentale problemen
Met name buikvet is schadelijk, weet Goossens. „We weten al heel lang dat een teveel aan buikvet in verband staat met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten en diabetes type 2.” Hij pleit er daarom voor de buikomvang standaard mee te nemen in de diagnose en het behandelplan. Specifieker gaat het om de buikomtrek gedeeld door iemands lichaamslengte. „Zolang die verhouding onder de 0,5 zit, is het goed. Zit je erboven, dan loop je een verhoogd risico.”
Volgens het raamwerk zou een behandeling met medicijnen overwogen kunnen worden bij iemand met een BMI van minstens 25, een buikomvang van meer dan 0,5 én gezondheidsproblemen. Bij gezondheidsproblemen kan het bijvoorbeeld gaan om diabetes type 2, gewrichtsklachten en mentale problemen. Meer dan 200 aandoeningen staan in verband met obesitas. Goossens: „We kijken dus niet alleen naar iemands BMI, maar ook naar zijn buikomvang, algehele gezondheid en kwaliteit van leven.”
Komt het voor dat op dit moment mensen onnodig een maagverkleining ondergaan of afslankmedicatie krijgen omdat ze een hoge BMI hebben? Goossens denkt van niet. De Nederlandse richtlijn van juli 2023 houdt namelijk al rekening met iemands buikomvang en met aandoeningen die in verband staan met overgewicht. Heeft een volwassene een BMI van tussen de 30 en 35, maar geen vergrote buikomvang of aandoeningen, dan beoordeelt de richtlijn iemands gezondheidsrisico als licht verhoogd. Deze persoon krijgt dan alleen adviezen over gezonde leefstijl mee naar huis.
Leefstijlbehandeling
De hoogleraar van het Maastricht UMC+ verwacht dat het raamwerk zorgverleners helpt beter in te schatten wie er een hoog risico lopen op gezondheidsproblemen. „Want te veel buikvet is een betere indicator voor gezondheidsproblemen dan BMI. Dat geldt overigens ook voor mensen met een BMI onder de 25.”
Goossens vindt dat in toekomstige richtlijnen soepeler moet worden omgegaan met BMI-waarden. Nu is het zo dat iemand met een BMI van 28 en gezondheidsklachten eerst een jaar een gecombineerde leefstijlinterventie moet proberen, alvorens hij in aanmerking komt voor obesitasmedicatie. Het kan echter zijn dat deze persoon door een depressie of lichamelijke klachten niet in staat is de leefstijlinterventie te volgen. „Ik bepleit daarom een behandeling op maat. Kijk naar de hele patiënt en staar je niet blind op iemands BMI.”