Philip den Hollander viel 25 kilo af met afslankmedicatie; „het is keihard werken”
Afvallen lijkt een eitje nu er effectieve afslankmedicatie op de markt is. Maar schijn bedriegt. „Je moet je leefstijl blijvend veranderen. Dat is keihard werken.”
Binnen een paar maanden viel hij 25 kilo af. Philip den Hollander (66) uit Hendrik-Ido-Ambacht heeft diabetes type 2 en kreeg daarvoor in 2022 Ozempic (semaglutide) voorgeschreven. „Dat werkte geweldig. Mijn suiker ging naar beneden en ik kreeg mijn diabetes onder controle. Daarnaast viel ik enorm af.” Den Hollander (1,95 meter) woog 131 kilo en zit nu op 106. „De diëtist bij wie ik loop, zegt dat ik niet verder mag afvallen.”
Sinds Den Hollander is afgevallen, heeft hij meer energie en beweegt hij meer. „Ik voel me beter dan ooit. Je moet je voorstellen dat je een zak aardappelen van 25 kilo op je nek hebt. Dat is toch een behoorlijk gewicht. Dat ben ik nu kwijt.”
Dat hij zo veel kilo’s verloor, dankt hij aan de eetlust remmende werking van Ozempic. „Ik eet nu omdat het moet. In de beginperiode was het nog erger. Toen zat ik echt tegen heug en meug een boterham weg te werken.” Of hij nog wel genoeg groente en fruit binnenkrijgt? „Daar zorgt mijn vrouw wel voor. Ze zegt bijvoorbeeld: „We gaan nu een sinaasappel eten.” Dan luister ik maar; zo’n gehoorzaam type ben ik wel.”
Frietje
Voorheen was Den Hollander een bourgondiër, zegt hij, maar dat veranderde helemaal. „Vroeger had ik alles over voor een stuk ossenhaas. Nu zegt het me niks meer. Het zal wel lekker zijn, denk ik dan, maar het smaakt me niet meer zoals eerst. Dat is een minpuntje. Het genieten van een bord eten ben ik kwijtgeraakt.”
Voor patat is de diabetespatiënt nog wel te porren. „Daar kun je me voor wakker maken. Al krijg ik een heel bord niet leeg. Als m’n vrouw en ik een frietje halen, nemen we samen een portie. En dan krijgen we het nog niet op.”
De inwoner van Hendrik-Ido-Ambacht ging met vervroegd pensioen, maar hoeft zich niet te vervelen. Zo is hij buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand en werkt hij een dag per week in een repair café in een wijk in Rotterdam-West. Daarnaast geeft hij een aantal weken per jaar les op de Politieacademie in Amsterdam. Zelf werkte hij 42 jaar bij de politie.
Last van bijwerkingen door Ozempic had Den Hollander nauwelijks. „Na de eerste twee prikken voelde ik me een beetje misselijk, dat was alles.” Eén keer per week spuit hij het medicijn, dat via een injectie moet worden ingebracht. „Woensdag is mijn prikdag.”
Hoewel Ozempic bij Den Hollander zorgde voor een enorm gewichtsverlies, raadt hij het „wondermiddel” alleen mensen met suikerziekte aan. „Voor hen is het bedoeld. Niet voor bekende Nederlanders, die het spul via allerlei omwegen kopen en gebruiken om af te vallen.”
Wondermiddel
Met name in de Verenigde Staten is afslankmedicatie razend populair. Door de grote vraag is er wereldwijd een tekort aan Ozempic. Dat merkte Den Hollander ook. „Bij de apotheek krijg ik te horen dat ik een paar dagen moet wachten, omdat het middel niet meer op voorraad is. Laatst kreeg ik de spuiten met 0,5 milliliter per stuk, terwijl ik 1 milliliter nodig heb. Daarom moet ik twee keer achter elkaar spuiten.”
Den Hollander adviseerde een vriend van hem –„hij heeft behoorlijk overgewicht”– de medicatie te proberen. „Ik zei: Joh, je moet naar je huisarts gaan en om het medicijn vragen, want anders kom je niet van je diabetes af. Nou, dat heeft hij gedaan. De eerste 10 kilo is er inmiddels vanaf. Hij krijgt het medicijn echter maar voor drie maanden. Vraag me niet waarom.”
Schildklierkanker
Dr. Edo Aarts, maag-darmchirurg bij Overgewicht Nederland, een zelfstandige kliniek in Amersfoort, schrijft afslankmedicatie hooguit een jaar voor; daarna moeten mensen ermee stoppen. „Diabeten die de medicatie minstens vijf jaar gebruiken, hebben een iets hogere kans op een bepaald type schildklierkanker”, legt hij uit. „Tot vijf jaar lijkt het veilig, daarna wordt het anders. Ik blijf graag aan de veilige kant.”
Waarom de huisarts van de vriend van Den Hollander de medicatie slechts drie maanden voorschrijft, durft Aarts niet te zeggen.
Zelf mag Den Hollander Ozempic tot in lengte van dagen blijven spuiten. „Anjo, de praktijkondersteuner van de huisarts, doet er niet moeilijk over. Die zegt: „Het werkt bij jou goed, dus blijf maar lekker gebruiken. We zijn tevreden over je voortgang.” Anjo houdt al jaren mijn diabetes onder controle, dat is een geruststellende gedachte.” Onbekend is of de praktijkondersteuner weet heeft van het verhoogde risico op schildklierkanker.
Snoepen
Als Den Hollander zou stoppen met het medicijn, verwacht hij binnen een mum van tijd weer op zijn oude gewicht te zitten. „Dan ga ik gewoon weer evenveel eten als vroeger. Want in alle nuchterheid: ik ben zo zwaar geworden door te snoepen. Ik kom niet aan van de lucht die ik inadem.”
Daar zit precies het probleem, zegt Aarts. „Ik ben blij met afslankmedicatie. Maar het grote gevaar is dat mensen hun leefstijl niet blijvend veranderen. Als ze dan stoppen met de medicatie, komen ze meteen weer aan.”
Mensen die bij Overgewicht Nederland in aanmerking komen voor een behandeltraject met medicatie, moeten gemiddeld 20 procent minder eten en drie kwartier tot een uur langer lopen dan ze gewend waren. Aarts: „Dat is vanaf dag één keihard werken. Dus de intentie om te veranderen moet ongelooflijk groot zijn.”
Als je afslankmedicatie wilt om in je trouwjurk te passen, ben je bij mij aan het verkeerde adres
Aarts krijgt honderden verzoeken per jaar van mensen die afslankmedicatie willen. Acht op de tien verzoeken wijst hij echter af, omdat hij de kans op blijvend succes laag inschat. Via een grondig gesprek probeert hij erachter te komen hoe gemotiveerd iemand is om af te vallen. „Als je bij mij komt en je zegt dat je van de zomer gaat trouwen en daarom in je jurk wilt passen, ben je bij mij aan het verkeerde adres. Het is leuk dat je dan in je trouwjurk past. Maar als je daarna weer op je oude gewicht zit, ben je in feite zieker geworden. Want je valt overal in je lichaam af, maar vet groeit over het algemeen meer terug rond je organen. Dat is het ziekmakende vet.”
Hoe gaat hij om met iemand die de schone schijn ophoudt en doet of hij heel gemotiveerd is? „Dat is lastig. Ik heb geen leugendetector en moet daarom afgaan op wat iemand zegt. We gaan wel eerst de hele screening door en kijken dan of iemand serieus aan de slag wil met leefstijlverandering.”
Doorbehandelen
Mensen die in aanmerking komen voor afslankmedicatie krijgen anderhalf jaar begeleiding door een coach. Elke paar weken hebben ze een voortgangsgesprek met de coach. De meeste mensen vallen binnen zestien weken af en blijven daarna op een bepaald gewicht. „Het is dus niet zo dat je steeds slanker wordt”, zegt Aarts. De maanden erna zijn bedoeld als overgangsperiode, om te wennen aan de veranderde leefstijl.
Niet iedereen verliest gewicht. Als mensen na drie maanden minder dan 5 procent zijn afgevallen, wordt de behandeling gestaakt. Aarts: „Dat is volgens een wereldwijde afspraak. Sommige mensen blijven blijkbaar veel eten, ook al hebben ze door de medicatie nauwelijks een hongergevoel. Hun maag blijft immers 1,5 liter groot.”
Ondanks het strenge toelatingsbeleid en de langdurige begeleiding heeft de behandeling niet bij iedereen blijvend succes. Vijftien procent van de mensen komt na verloop van tijd weer aan. „Dat is heel lastig”, zegt Aarts. „Gaan we hen langer doorbehandelen? Dat vind ik onwenselijk, maar af en toe ontkomen we daar niet aan. Dan geven we hun nog drie maanden extra de tijd.”