De betogers stootten op weg naar de zetel van de interim–regering van premier Gérard Latortue in de wijk Bel Air op een politievoertuig dat de weg versperde. Terwijl de menigte het voertuig passeerde, openden agenten het vuur. Vredesmilitairen van de Verenigde Naties waren snel ter plekke om tussenbeide te komen, maar het kwaad was al geschied. De betogers verhinderden dat het stoffelijk overschot van de slachtoffers door de VN–militairen werd meegenomen.

De betoging was vooral gericht tegen de Amerikaanse regering. „George Bush is de grootste terrorist", was een veelgehoorde leus.

Amerikaanse militairen arriveerden een dag na de vlucht van Aristide en bleven tot juni, waarna zij de macht overdroegen aan een VN–macht, die nu 7.400 manschappen telt en onder bevel staat van Brazilië. De interim–regering liet honderden Aristide–aanhangers oppakken, die zonder vorm van proces worden vastgehouden, zoals oud–premier Yvon Neptune en voormalig minister van binnenlandse zaken Jocelerme Privert. Het land blijft onstabiel.

De volksopstand tegen Aristide werd begonnen door oud–militairen van het leger dat hij in 1995 naar huis stuurde. De rebellie tegen het repressieve en corrupte Aristide–regime duurde bijna een jaar en escaleerde drie weken voorafgaande aan het vertrek van de president, die in Zuid–Afrika verblijft.

Latortue is een voormalig VN–bureaucraat die in ballingschap verbleef in Boca Raton in Florida. Caribische leiders weigeren de regering–Latortue te erkennen en hebben opgeroepen tot een internationaal onderzoek van Aristides beschuldigingen aan het adres van de VS.