Van Rij stuurt wetsvoorstel ‘box 3’ naar Raad van State
Demissionair staatssecretaris Marnix van Rij (Financiën) is op de valreep met een wetsvoorstel gekomen dat per 2027 voor een nieuw stelsel moet zorgen om belasting te heffen op het rendement op vermogen (box 3). Het is aan zijn opvolger, die naar verwachting volgende week aantreedt, om het voorstel door het parlement te loodsen.
Het wetsvoorstel is voor advies voorgelegd aan de Raad van State. Daardoor kan het nieuwe kabinet „een snelle start” maken en blijft de beoogde invoeringsdatum van 1 januari 2027 binnen bereik.
Rijke Nederlanders betaalden in box 3 jarenlang belasting over een verondersteld rendement op hun spaargeld of beleggingen. Spaarders kwamen daartegen in opstand, omdat zij in de jaren van historisch lage rentes meer belasting betaalden dan zij daadwerkelijk aan rente ontvingen. Zij kregen tot aan de hoogste rechter gelijk.
Er is lang gewerkt aan een nieuw stelsel waarbij de heffing wordt bepaald aan de hand van het daadwerkelijk behaalde rendement, wat een ingewikkelde en tijdrovende klus is gebleken. Voor de tussenliggende jaren was een oplossing bedacht waarbij het veronderstelde rendement per vermogenscategorie (bijvoorbeeld spaargeld, aandelen of vastgoed) verschilde.
De Hoge Raad haalde onlangs ook een streep door die tijdelijke oplossing. Dat kost de schatkist naar schatting minstens 4 miljard euro, nog afgezien van de belastingopbrengsten die de komende jaren achterwege dreigen te blijven. Daarom vindt Van Rij, en ook de Tweede Kamer, dat haast geboden is met het nieuwe stelsel.
De heffing op daadwerkelijk behaald rendement maakt het stelsel eerlijk, maar ook lastiger uitvoerbaar, zegt Van Rij. Om niet te veel druk op de Belastingdienst te leggen, zal zoveel mogelijk gebruik worden gemaakt van gegevens die al aanwezig zijn bij bijvoorbeeld banken, beleggingsinstellingen en verzekeraars.