Den Haag past fokbeleid kinderboerderijen aan: minder lammetjes
De gemeente Den Haag neemt het fokbeleid op kinderboerderijen in de stad op de schop. Het is de bedoeling dat er minder wordt gefokt met geiten, schapen en koeien om „overbezetting” op de stadsboerderijen te voorkomen, meldt de gemeente. Als er nieuwe dieren nodig zijn, kunnen de boerderijen die overnemen van dierenopvangcentra of van andere kinderboerderijen in de buurt.
Fokken gebeurt straks alleen nog maar als er genoeg ruimte is. Volgens de gemeente Den Haag komen er daardoor in de toekomst alleen babydieren bij als die ook op een van de tien stadsboerderijen in de gemeente kunnen blijven. „Geiten, schapen en koeien kunnen zo in Den Haag oud worden”, aldus de gemeente. Met varkens, konijnen, cavia’s en kippen wordt in Den Haag al tientallen jaren niet meer gefokt.
Nu worden veel dieren waarvoor geen plek is veelal verkocht. Vorig jaar werden bijvoorbeeld 44 lammetjes geboren op de Haagse kinderboerderijen, waarvan er dertig werden verkocht aan hobbydierhouders, blijkt uit cijfers van de gemeente.
„We kiezen ervoor om dieren niet meer af te stoten, maar te houden”, zegt verantwoordelijk wethouder Robert Barker (Partij voor de Dieren) over het nieuwe fokbeleid, dat na een jaar wordt geëvalueerd. „Dieren hebben recht op een goed leven in Den Haag. Met het nieuwe fokbeleid zorgen we ervoor dat onze stadsboerderijen een veilige haven blijven voor dieren.”
