De Kamer debatteerde donderdag met demissionair staatssecretaris De Vries (Toeslagen) over de hersteloperatie toeslagen. Op de tribune zaten veel gedupeerde ouders.

Er is in de Kamer veel onvrede over het besluit van het kabinet, twee weken geleden, om de compensatieroute via de Stichting Gelijkwaardig Herstel (SGH) tijdelijk op pauze te zetten. Deze SGH-route, ontwikkeld door prinses Laurentien in samenwerking met gedupeerde toeslagenouders, bevond zich in de testfase. Driehonderd toeslagenouders hebben er gebruik van gemaakt.

Het kabinet heeft echter besloten dat er aanpassingen nodig zijn voordat de proef op grote schaal kan worden doorgezet. Uit een evaluatie komt naar voren dat de uitkomst van het schadetraject onvoldoende navolgbaar is. Ook wordt er schade vergoed „die zijn oorsprong vindt vóór de start van de toeslagenaffaire”.

Een en ander heeft gevolgen voor de begroting. Ambtenaren van het ministerie van Financiën schatten in dat er tot maximaal 6,6 miljard euro extra uitgaven gemoeid kunnen zijn met de SGH-route. Als aanbevelingen uit de evaluatie worden opgevolgd, kan dat beperkt worden tot 1,2 tot 4,7 miljard euro. Op dit moment is er 1,6 miljard euro gereserveerd voor toeslagenouders met aanvullende schade.

Enthousiast

De Tweede Kamer is enthousiast over de SGH-route. Ouders voelen zich gehoord en worden sneller geholpen dan via de Commissie Werkelijke Schade (CWS) − het bestaande alternatief voor de SGH. GL/PvdA, CU en Denk willen dat de regering de SGH-route zo snel mogelijk op grote schaal doorzet.

NSC en VVD staan daar ook positief tegenover. NSC-fractievoorzitter Omtzigt benadrukte echter dat hij wil dat het kabinet zo snel mogelijk in gesprek gaat met toeslagenouders en pas daarna een besluit neemt. VVD-Kamerlid Kamminga liet blijken dat er wat haar betreft opvolging wordt gegeven aan de aanbevelingen uit de evaluatie.

Staatssecretaris De Vries hoopt nog voor de zomer duidelijkheid te kunnen geven over onder welke voorwaarden de SGH-route kan worden doorgezet.

Ouders die in aanmerking komen voor aanvullende compensatie kunnen ook terecht de CWS. De Kamer is echter niet te spreken over de werkwijze van deze organisatie. Omtzigt noemde de CWS de Commissie Werkelijke Schande.

Ook refereerde een aantal Kamerleden aan de uitspraken van teamleider Eric Miedema van de CWS die zijn afkeuring liet blijken over het beleid bij zijn organisatie. De Telegraaf tekende uit Miedema’s mond op: „We zien dat onze secretarissen hele betogen houden om te bekijken of de reiskosten wel of niet rechtmatig zijn. En dan komt het uit op een bedrag van 15 euro 32. Ik zeg over ons proces: het is bij de wilde konijnen af.”