Het verhaal achter de Joodse begraafplaats in IJsselmuiden
De Pieter Zandt Scholengemeenschap adopteerde het zogenoemde metaheerhuisje op de Joodse begraafplaats van IJsselmuiden. Nu het baarhuis gerestaureerd is, gaan leerlingen rondleidingen geven op de begraafplaats.
„Je moet hier wel een keppeltje op”, zegt vrijwilliger en oud-docent Sjaak Poot. Uit een vitrine in het metaheerhuisje haalt hij een aantal gebreide keppeltjes tevoorschijn.
Geschiedenisdocent Theo Mulder steekt in het kortgeleden gerestaureerde huisje van wal. „Het metaheerhuisje op de begraafplaats was bedoeld voor de rituele wassing van de dode. Dat gebeurde hierbinnen. Daarna vond de begrafenis plaats.”
In een van de twee ruimtes van het metaheerhuisje staat een lijkwaskist, gemaakt van hout en overtrokken met zink. De baar is gemaakt door de broer van een collega van de Pieter Zandt en het zink is aangebracht door een docent. Van de inhoud van het metaheerhuisje was namelijk niets over. Mulder: „De baar hebben we laten maken naar een voorbeeld uit Apeldoorn. De schragen die erbij hoorden, kwamen kortgeleden toch boven water.”
Het interieur van het metaheerhuisje is sober. De muren zijn witgepleisterd. De houten vloer is donkerrood. Bij de baar staan waterkannen die gebruikt werden bij de rituele wassing. Ernaast een gebedsmantel om de overledene te bedekken. In de hoek een eenvoudige constructie voor een watervat. In de vitrine een kaars, die wordt aangestoken na het overlijden als symbool van de ziel. Het zakje zand wijst op een ander ritueel: bij de overledene wordt dit zand uit Israël onder het hoofd gelegd, als teken van verbondenheid met het eigen land.
In de andere kamer bevinden zich een paar stoelen, zonder poten. Je zit dicht bij de grond. Het hoort bij de Joodse rouwperiode, die zeven dagen duurt. Aan de muur van de ruimte komt de tekst van Psalm 91. Met het overlijden wordt de Joodse geloofsbelijdenis uitgesproken uit Deuteronomium 6:4. Wanneer de dode wordt uitgedragen, citeren de aanwezigen Psalm 91.
Begrafenisrituelen
Voor de oorlog was er een bloeiende Joodse gemeenschap in Kampen, vertelt de Kamper geschiedenisdocent. „De huisarts, de eigenaar van een likeurfabriek, de verloskundige, het waren allemaal mensen van Joodse komaf die zich een plaats in het sociale leven verwierven. Vandaar ook de begraafplaats. Er liggen zo’n 250 Joden begraven van wie we de namen weten, maar het aantal doden zal wel hoger liggen.”
In de oorlog werd de Joodse gemeenschap in haar geheel weggevoerd. Praktisch niemand keerde terug.
Vanwege een eerder project kwam de Pieter Zandt in contact met de gemeente Kampen, die de school vroeg mee te denken over ideeën met betrekking tot de educatieve functie van het metaheerhuisje wanneer dat gerestaureerd zou zijn. De gemeente wilde het huisje niet zomaar restaureren, maar dat koppelen aan een educatief plan. Vorig cursusjaar hielpen leerlingen van de school mee met het renoveren van het verwaarloosde gebouwtje op de begraafplaats. Dit jaar deden leerlingen van havo 5 onderzoek naar de achterliggende geschiedenis.
„De gemeente Kampen wilde het metaheerhuisje niet zomaar restaureren, maar dat koppelen aan een educatief plan ”
Een van hen is Luuk van Dorsten. Voor zijn stage, uitgevoerd bij het vak geschiedenis, zocht hij informatie. Van Dorsten: „Om meer te weten te komen van de achtergrond van Joodse inwoners van Kampen, dook ik in de archieven om informatie te verzamelen. Ook zocht ik uit hoe het zit met de Joodse begrafenisrituelen. De informatie die ik verzamelde, verwerkte ik. Een deel daarvan komt straks op bordjes rond het hek van de begraafplaats te staan.”
Antisemitisme
Een wandeling rondom de begraafplaats maakt deel uit van het programma om leerlingen van de basisschool kennis te laten maken met de begraafplaats, legt Mulder uit. „Leerlingen van de Pieter Zandt leiden hier straks groepen leerlingen rond. We verdelen de klas in vijf groepen. Hierbinnen krijgen de leerlingen uitleg over de begrafenisrituelen, we nemen ze mee naar een aantal bijzondere grafstenen en ze wandelen rondom de begraafplaats. Tot slot krijgen ze een videoboodschap van Sander de Rouwe, burgemeester van Kampen. Die boodschap gaat over antisemitisme, een onderwerp dat helaas weer volop in de belangstelling staat.”
„Leerlingen van de Pieter Zandt leiden hier straks groepen leerlingen rond ” - Theo Mulder, geschiedenisdocent
Westerbork
Op de begraafplaats, midden in een woonwijk van IJsselmuiden, staan de verweerde grafstenen. Op de stenen staan de namen, zowel in het Hebreeuws als in het Nederlands, en de data in de Joodse en de Nederlandse tijdrekening.
Iedere steen vertelt het verhaal van een van de Joodse inwoners van Kampen. Neem Joseph Reicher, huisarts in Kampen. Hij overleed op 22 april 1889, twee dagen na de geboorte van Adolf Hitler. Of Sophie Abrahams-Wijnberg, geboren in 1799 en overleden in 1905. Ze leefde dus in drie eeuwen.
De grafsteen van Izak van Boele lijkt er een zoals zovele. Juist bij deze steen blijft Mulder stilstaan. „Van Boele overleed op 13 november. Hij werd op 17 november begraven. Diezelfde avond werden de meeste Joden uit Kampen door Nederlandse politieagenten uit hun huizen gehaald, om de dag erna weggevoerd te worden naar Westerbork.”