EconomieFabriekswerk

Arbeidssocioloog waarschuwt: Neem arbeidersklasse serieus, anders leidt dat tot politieke instabiliteit

Nederlandse arbeiders voelen een zekere minachting vanuit de rest van de samenleving. Neem hun gevoelens serieus, zegt arbeidssocioloog Fabian Dekker.

Jeannine Julen, Trouw
3 June 2024 14:39
Zeker een vierde van de Nederlanders voelt zich onderdeel van de arbeidersklasse. Foto: werknemer in de werkplaats van auto- en vrachtautofabrikant DAF Trucks in Eindhoven. beeld ANP, Sander Koning
Zeker een vierde van de Nederlanders voelt zich onderdeel van de arbeidersklasse. Foto: werknemer in de werkplaats van auto- en vrachtautofabrikant DAF Trucks in Eindhoven. beeld ANP, Sander Koning

„Sommige mensen willen niet begrijpen dat Nederland geen arbeidersklasse van betekenis meer heeft.” Het was deze tweet, van hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen van het Centraal Bureau voor de Statistiek, die Fabian Dekker triggerde. De arbeidssocioloog wilde uitzoeken of Nederlandse arbeiders echt zijn uitgestorven.

De uitkomst: de arbeidersklasse is springlevend en snakt ernaar gehoord te worden. Doen werkgevers en politiek dat niet, dan leidt dat tot politieke instabiliteit.

Dekker schrijft erover in zijn net uitgekomen boek ”Fabriekswerk, de vergeten arbeidersklasse”. Zeker een vierde van de Nederlanders voelt zich onderdeel van de arbeidersklasse, schrijft hij. Maar de fabrieksindustrie zelf telt zo’n 847.000 mensen. Van de ouderwetse fabrieksarbeider –blauwe overall, smeerolie op gezicht en handen– heeft Nederland er volgens statistiekbureau Eurostat nog een paar honderdduizend.

Dekker interviewde er twintig. Veelal mannen, werkzaam in de vleesverwerking of de staal- of scheepsindustrie, vaak al decennia. Allemaal voelen ze –net als Dekkers grootvaders, die allebei op een scheepswerf in de Rotterdamse haven werkten– een trots voor de kroketten die ze draaien of de vliegtuigen, auto’s of schepen die ze bouwen. Maar ze voelen ook bijna allemaal een gebrek aan waardering van de samenleving, schrijft Dekker.

„Ik vind dat wij weleens, met name theoretici, te snel neerbuigend naar hen kijken. Van: wat is dat een uitgeholde arbeid. Ik heb een kattenbakgritvuller gesproken. Die doet de hele dag hetzelfde. Je kunt zeggen: dat is kwalitatief slecht werk. Repetitief, slecht betaald, niet altijd veilig. Maar als je met mensen praat, zie je dat dat werk past bij hun wensen en hun gezinssituatie. Veel mensen gedijen bij routine, structuur, regelmaat. Dat is niet verkeerd.”

„Veel mensen gedijen bij routine, structuur, regelmaat; dat is niet verkeerd” - Fabian Dekker, arbeidssocioloog

Waarom kijkt de samenleving neer op deze groep arbeiders?

„Ik denk omdat we steeds meer theoretisch geschoolden hebben. Die associëren een loopbaan met hoofdarbeid, niet met werken met je handen. Er is ook een idee__ontstaan dat je theoretisch geschoold móét zijn. Sociale mobiliteit is belangrijk geworden. Je moet jezelf blijven ontwikkelen, je scholen; stilstaan is niet goed. In de maakindustrie zijn er mensen met relatief weinig onderwijsjaren. Mensen die vaak bij dezelfde werkgever blijven. Kenmerken die niet passen bij dat ideaal van moderne vooruitgang.”

”Fabriekswerk, de vergeten arbeidersklasse”. beeld LinkedIn

De fabrieksarbeiders zeggen: Er wordt op ons neergekeken, maar tegelijkertijd zijn we hard nodig.

„Socioloog Richard Sennett interviewde in de jaren zeventig Amerikaanse arbeiders aan de vooravond van technologische verandering. Toen was er schaamte onder hen. Dat ze de boot hadden gemist, dat ze het niet hadden gemaakt en dat aan hun kinderen moesten vertellen. Nu zit er trots. Die arbeiders zien: we zijn nodig, we zijn schaars, we maken producten, we werken hard. Maar er wordt weinig naar ons omgekeken.”

In zijn boek tekende Dekker uitspraken van fabrieksarbeiders op. „Het is leuk dat er mensen in de marketing werken en dat mensen beleid en rapporten maken”, zegt een productiemedewerker uit de vleesverwerking. „Maar als je in de avond met je gezin een stukje vlees op tafel wilt, dan heb je ons nodig. Ik hoef geen schouderklopje. Maar een stukje waardering mag best.”

Dat gebrek aan waardering, merkte Dekker, zorgt ervoor dat arbeiders zich richten op mensen die wél naar hen luisteren. Hij noemt de voormalige Haagse wethouder Richard de Mos. „Je kunt van alles van hem vinden, maar hij is iemand die problemen praktisch oplost. Daar slaan deze mensen op aan: begrijpelijke taal, probleemoplossend vermogen. Zonder te generaliseren, want ik heb twintig mensen gesproken.”

Wie vinden ze authentiek?

„Van der Plas, Wilders, Omtzigt. Mensen die denken vanuit de praktische noden en in actie komen. Deze mensen slaan minder aan op: we gaan een commissie oprichten, het allemaal nog eens onderzoeken en daarna weer in debat. Dat is niet hun leefwereld. Het zijn doeners. Ze zeggen: ik heb een probleem, ik wil een oplossing. En als het kan, wil ik gevraagd worden op de werkvloer of in Den Haag om mee te denken.”

„Het zijn doeners, ze zeggen: ik heb een probleem, ik wil een oplossing” - Fabian Dekker, arbeidssocioloog

Wat zit ze het meeste dwars?

„Bestaat mijn baan nog? Hoe snel verandert mijn baan? AI gaat veel mensen treffen. Hun werk zal snel veranderen. Tegelijkertijd is er personeelskrapte en moeten we ons werk slimmer organiseren. Ik geloof dat alleen al in de haven van Rotterdam zeven- à achtduizend moeilijk vervulbare vacatures zijn. Hoe ga je om met die schaarse arbeid? Natuurlijk zet je scholing en training in. Maar maak ook gebruik van de kennis op de werkvloer. Er is nu een topman die zegt: We gaan dit doen. Punt. Dan kieper je veranderingen over mensen heen. Geef hun medezeggenschap. Overrompel ze niet.”

Hoe geef je hun medezeggenschap?

Fabian Dekker. beeld LinkedIn

„Benut hun kennis. Vergroot de inspraak en maak iedereen eigenaar van het bedrijf. Buitenlandse studies tonen aan dat mensen meer betrokken zijn bij een bedrijf als ze voor een stukje eigenaar zijn en je dat koppelt aan zeggenschap. Ze worden dan ook minder vaak ziek en zijn productiever.

Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, dat weet ik. Ik stel democratisering voor. Arbeiders die ik sprak, zeiden: Raadpleeg ons. Het zijn betrokken mensen. Er wordt vaak gezegd: Arbeiders zijn afgehaakt van de politiek. Ze zijn juist politiek betrokken. De fabrieksarbeiders die ik sprak, stemmen allemaal.”

Wat als we op de oude manier doorgaan?

„Ik voorspel dat je dan politieke instabiliteit krijgt. Die fabrieksarbeiders, dat zijn een paar honderdduizend mensen. Maar deze onvrede gaat ook gelden voor de middenklasse. De groep die ik heb geïnterviewd, is eigenlijk al de middenklasse. De onderkant ervan. Als de politiek deze mensen onvoldoende aanhoort en onvoldoende met ze meedenkt, dan vluchten ze naar partijen die dat wel menen te kunnen. Dat zie je ook in de opkomst van rechts-populisme in Europa. Dit is een vergeten beroepsgroep. Een vergeten klasse. Dit is een pleidooi om die groep haar stem weer terug te geven.

Ik denk dat de tijd voorbij is dat we theoretici op een voetstuk moeten zetten. Dat zij de samenleving moeten regelen. Dat moet je –hoe zeer dat ook een open deur is– samen doen en met andersdenkenden en praktisch geschoolden.”

Meer over
Arbeidsmarkt

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer