„Referendum blijft raadplegend”
Een meerderheid van de Tweede Kamer legt zich neer bij de uitslag van het raadplegend referendum over de Europese grondwet. Eigenlijk wordt die volksraadpleging zo dus een bindend advies van de kiezers aan hun vertegenwoordigers. „Dat is fundamenteel in strijd met de grondwet.”
De initiatiefnemers van het referendum riepen enige tijd geleden alle partijen ertoe op voorafgaand aan de volksraadpleging duidelijk te maken of ze de uitslag ervan zouden overnemen of niet. Dat wekte bij VVD-senator Van Heukelum „op zijn minst de indruk dat het een bindend referendum wordt”, zei deze in januari in de Eerste Kamer. Hij is daar faliekant tegen. „Mijn fractie acht dit fundamenteel in strijd met de grondwet.”
Het kan en mag volgens de senator niet zo zijn dat burgers het idee krijgen dat zij bepalen hoe hun volksvertegenwoordigers moeten stemmen. Dat botst met grondwetsartikel 129, dat bepaalt dat kamerleden ”zonder last” stemmen, aldus Van Heukelum. „Het woord ruggespraak is jaren geleden weggevallen, maar naar de mening van mijn fractie dient dat referendum eerder beschouwd te worden als een vorm van ruggespraak.”
Zijn ChristenUnie-collega Van Middelkoop kan deze argumentatie wel duiden. „Van Heukelum zat in een spagaat. Hij had niet de politieke ruimte om tegen het referendum te zijn -zijn fractie had al gezegd akkoord te zullen gaan-, maar anderzijds voelde hij er principieel niets voor. Hij kon er dus alleen voor zijn als hij zeker wist dat de volksvertegenwoordigers na het referendum geheel vrij zouden zijn in hun afweging.”
Van Middelkoop is tegen het referendum. Zijn politiek oordeel luidt dat de binding van een kamermeerderheid aan de referendumuitslag op zijn minst „op gespannen voet staat met onze grondwet.” Verder kun je niet gaan, betoogt de CU-senator. De juridische kwalificatie „ongrondwettig” kan hij VVD’er Van Heukelum niet nazeggen. Om de strijdigheid met de grondwet te bewijzen, zou je de zelfbinding van de Kamer bij de rechter moeten aanvechten; een mogelijkheid die de senator niet ziet.
Tweede-Kamerlid Dubbelboer (PvdA), een van de initiatiefnemers van het referendum, behoort tot de parlementariërs die zich bij voorbaat neerleggen bij het oordeel van het referendumelectoraat. Zijn collega’s van CDA, D66, GroenLinks en SP doen dat ook. Dat hij nu al aangeeft de wil van het volk te volgen, is zijns inziens niet in strijd met de grondwet. „De woorden ”zonder last” betekenen dat je je als volksvertegenwoordiger niet onder druk gezet voelt. Dat is bij mij nu absoluut niet het geval, want ik geef zelf de voorwaarden aan. Zo moet er een opkomst zijn van minimaal 30 procent.”
De Hoge Raad heeft ook geen bezwaar tegen politieke zelfbinding, stelt Dubbelboer. Dat blijkt volgens hem uit een arrest over een referendum in Amsterdam, waarbij de bevolking een besluit van de gemeenteraad vernietigde. Verder voert de PvdA’er aan dat politici zich in zekere zin ook binden met verkiezingsprogramma’s en congresuitspraken van hun partij. In dat soort gevallen beweert niemand op basis van de grondwet dat zoiets niet mag, stelt Dubbelboer. Hij denkt dat het voornemen van de Kamer zich neer te leggen bij de referendumuitslag het maatschappelijk debat aanwakkert. In elk geval zal het een „aanmoediging” zijn voor kiezers om hun stem te laten horen.
Volgens politicoloog dr. J. J. M. van Holsteyn van de Universiteit Leiden is dat laatste zeker het geval. De strijdigheid van dit referendum met de grondwet is volgens hem „een gezocht argument dat nu ineens wordt gebruikt”, vindt hij. „Als kamerleden tijdens een verkiezingscampagne een belofte doen, wordt dat artikel toch ook niet toegepast?”
Een parlementariër is vrij om te besluiten wat hij wil. Net zoals hij kan zeggen tegen de eerstvolgende honderd wetsvoorstellen te stemmen, mag hij zeggen dat hij zich neerlegt bij de uitslag van het referendum, ongeacht wat die zal zijn, betoogt Van Holsteyn. Zo’n uitspraak is volgens hem immers niet juridisch bindend. „Het referendum blijft raadplegend. Uiteindelijk is het de Kamer die het besluit neemt.” Daarom is de volksraadpleging over de Europese grondwet ook geen aantasting van onze representatieve democratie, concludeert de referendumdeskundige.
Het voornemen van de Kamer zich neer te leggen bij de uitslag van de volksraadpleging is als zodanig nog geen voorbode van de introductie van een bindend referendum in Nederland, denkt de politicoloog. „Maar stel dat 80 procent van de bevolking gaat stemmen, dan zullen er direct mensen zijn die zeggen: Zie je, er is behoefte aan.”