Deel huisartsen schrijft weleens onder druk ADHD-medicatie voor
Eén op de drie huisartsen erkent weleens onder druk van ouders ADHD-medicatie voor te schrijven aan kinderen. Een op de vijf zegt dit onder druk van scholen te hebben gedaan. De huisartsen gaven dit aan in een enquête van onderzoeker Anne-Flore Matthijssen van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Ze promoveert woensdag op haar onderzoek naar het gebruik van Ritalin en soortgelijke middelen.
In totaal werkten 907 huisartsen mee aan het onderzoek. De meesten vinden dat de diagnose ADHD te gemakkelijk wordt gesteld. Volgens de onderzoeker zelf worden de medische richtlijnen ook lang niet altijd goed nageleefd. Vrijwel altijd ontbreekt een beoordeling van de ernst van de stoornis. Zo’n beoordeling wordt slechts in 1 procent van alle gevallen gedaan. Voor het stoppen met de medicatie is bovendien te weinig aandacht, vindt Matthijssen.
Uit het onderzoek kwam naar voren dat de meeste kinderen die ophouden met Ritalin daarna meer ADHD-symptomen hebben dan kinderen die het middel blijven gebruiken. Aan de andere kant oordeelden de behandelaars bij 60 procent van de kinderen die geen medicatie meer namen dat het daardoor niet slechter met ze ging.
„Het zou goed zijn als behandelaars aan het begin van een behandeling met Ritalin nadenken over een stopmoment en dat ook bespreken met de ouders en het kind”, adviseert Matthijssen.
Ritalin kan het concentratievermogen van kinderen met ADHD verbeteren. Het kan echter ook bijwerkingen opleveren, zoals een verminderde eetlust, moeite met inslapen, hoofdpijn en misselijkheid.