In februari vorig jaar ontdekten de Amerikanen de Chinese ballon die over de Verenigde Staten vloog. Dagenlang zweefde de ballon boven het land en hij ging van Alaska helemaal naar South Carolina, voordat de Amerikanen hem neerschoten. China zei dat het om een weerballon ging die uit koers was geraakt.

Maar volgens het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken was de ballon overduidelijk uitgerust met spionageapparatuur. De relatie tussen de VS en China kwam door het incident met de ballon verder onder druk te staan, na al bestaande onenigheid over onderwerpen als Taiwan en de oorlog in Oekraïne.

Het is niet voor het eerst dat de Amerikanen bedrijven bestraffen om betrokkenheid bij het incident. De VS hebben kort na het incident al zes Chinese bedrijven op de zwarte lijst gezet. Dat betrof ondernemingen die volgens de Amerikanen hadden meegewerkt aan luchtvaartprogramma’s van het Chinese Volksbevrijdingsleger, waaronder de ontwikkeling van luchtballonnen.

Bedrijven die zijn toegevoegd aan de zogenoemde „entiteitenlijst” mogen geen Amerikaanse producten en technologieën verkrijgen zonder toestemming van de Amerikaanse overheid. Washington heeft ook bedrijven aan de lijst toegevoegd omdat ze zouden hebben geprobeerd Amerikaanse items te bemachtigen voor het maken van drones voor gebruik door het Chinese leger. Ook zitten er partijen bij die handeldreven met Rusland.

Intussen werken de Amerikanen volgens ingewijden ook nog aan nieuwe importheffingen voor Chinese producten, meldden ingewijden aan persbureau Bloomberg. Daarmee zouden de Amerikanen onder meer de invoer van elektrische voertuigen uit het Aziatische land willen treffen. Ook zouden de handelstarieven gericht zijn op de chipsector en makers van zonnepanelen. Als er binnenkort inderdaad nieuwe heffingen worden aangekondigd, kan dit de spanningen tussen China en VS verder aanwakkeren.