De marktwaakhond heeft aanvullend onderzoek gedaan bij Budget Energie, Vattenfall, Eneco en Engie, die samen ruim de helft van de Nederlandse huishoudens voorzien van elektriciteit. Daar ging het specifiek om de hoogte van de terugleverkosten. De manieren waarop deze energiebedrijven onderscheid maakten in hun tarieven - op het moment van het onderzoek in maart - verschilden bovendien nogal.

Maar volgens de ACM zijn de manieren waarop deze leveranciers hun tarieven rekenen, toegestaan. „De ACM heeft ook vastgesteld dat de leveranciers door het maken van onderscheid tussen huishoudens met en zonder zonnepanelen geen extra marge maken; tegenover de hogere tarieven voor huishoudens met zonnepanelen staan lagere tarieven voor huishoudens zonder zonnepanelen”, concludeert de toezichthouder.

Wel roept de ACM energieleveranciers en vergelijkingssites op om contracten beter vergelijkbaar te maken. Door de terugleverkosten is het namelijk ingewikkelder geworden voor consumenten om een keuze te maken voor een voor hen passend contract. De ACM meldt „de ontwikkeling van de terugleverkosten en de verschillende manieren die energieleveranciers hanteren nauw” te blijven volgen en „zo nodig opnieuw aanvullend onderzoek” te doen.

Energiebedrijven maken onder meer extra kosten door de salderingsregeling. Die maakt het mogelijk dat eigenaren van zonnepanelen teruggeleverde stroom mogen wegstrepen tegen hun eigen verbruik. Leveranciers ‘betalen’ zo met dure stroom op momenten van grote vraag en weinig aanbod, terwijl zonnepanelen vaak stroom terugleveren als er veel elektriciteit voorhanden is en de prijzen laag zijn.

Energie-Nederland meldt „de duidelijke conclusies” uit het onderzoek van de ACM te onderschrijven. „Consumenten zónder zonnepanelen betalen tenslotte niet langer mee aan deze kosten en betalen een lagere prijs per kilowattuur dan ze anders zouden hebben gedaan”, stelt de branchevereniging voor Nederlandse energiebedrijven.