Amalia wil weer onkostenvergoeding van 1,5 miljoen ontvangen
Prinses Amalia wil per 1 januari weer een onkostenvergoeding ontvangen.
Vanwege „voorzienbare kosten die samenhangen met een zelfstandige en onafhankelijke invulling van uw functie, waaronder een secretariaat en reserveringen voor een woon- en werkverblijf” heeft Amalia aangegeven per 1 januari te willen stoppen met het terugstorten van deze vergoeding, schrijft demissionair premier Mark Rutte aan de prinses. De Tweede Kamer heeft dinsdagmiddag een afschrift van die brief gekregen.
Afgelopen jaar had de prinses recht op zo’n 1,8 miljoen euro. Die uitkering was opgebouwd uit een inkomen van 322.000 euro en een onkostenvergoeding van 1,5 miljoen euro. Dat laatste deel, waarvan het bedrag jaarlijks stijgt, ontvangt zij dus vanaf 2025 wel. „Het inkomen blijf ik uiteraard terugstorten tot het einde van mijn studie.”
Amalia liet in juni 2021, een aantal maanden voor haar 18e verjaardag, weten dat ze tot aan het eind van haar studie afziet van haar uitkering. „Ik vind dat ongemakkelijk zolang ik daar weinig als tegenprestatie tegenover kan stellen en andere studenten het zo moeilijk hebben, zeker in deze onzekere Corona tijd”, schreef ze toen in een brief aan demissionair premier Mark Rutte.
De onkostenvergoeding wilde Amalia de afgelopen jaren niet ontvangen, omdat „ik in mijn functie als Prinses van Oranje geen hoge kosten hoef te maken”. Momenteel studeert de prinses Politics, Psychology, Law and Economics aan de Universiteit van Amsterdam.
In haar brief van dinsdag aan Rutte verwijst ze naar haar overwegingen uit juni 2021, toen ze aan Rutte schreef de onkostenvergoeding terug te storten „zolang ik in mijn functie als Prinses van Oranje geen hoge kosten zou hoeven maken. Met het verstrijken van de tijd en na verrassende omstandigheden is inmiddels voorzienbaar, dat ik rekening moet houden met personele en materiële uitgaven”, schrijft Amalia aan Rutte.
Amalia schrijft dat ze hoopt dat Rutte haar overwegingen en besluit begrijpt. Dat doet Rutte, zo staat in zijn brief aan de prinses te lezen. „Ik heb begrip en waardering voor uw persoonlijke overwegingen.” Hij wenst haar succes met de voortzetting van haar studie.