Hoger beroep Pegida-voorman uitgesteld
De behandeling van het hoger beroep in de strafzaak tegen Edwin Wagensveld is uitgesteld. De Pegida-voorman had laten weten niet te verschijnen bij de zitting, omdat hij daarvan te laat op de hoogte zou zijn gebracht. Dat is volgens het gerechtshof niet het geval. Toch besloot de rechter om de zaak uit te stellen tot 24 juli.
De 56-jarige Wagensveld schreef zaterdag op X dat hij minstens vier weken van tevoren bericht van de zittingsdatum had moeten krijgen, omdat hij in het buitenland woont. Hij zegt dat de dagvaarding hem pas op 19 april bereikte en dat hij daardoor niet meer om uitstel kon vragen. „De Rechtspraak en het Openbaar Ministerie zijn nogal van de regeltjes, nou, ik ook!”
Het X-bericht werd door de rechter voorgelezen tijdens de zitting. Volgens hem geldt binnen de Europese Unie een dagvaardingstermijn van tien dagen. „De stelling van de verdachte dat dit 4 weken is, is juridisch onjuist.”
Het Openbaar Ministerie merkte op dat uit het bericht blijkt dat Wagensveld wist van de zitting. Maar gelet op het maatschappelijk belang van deze zaak, vroeg de advocaat-generaal om uitstel van de zaak, „zij het met kromme tenen”. Het gerechtshof ging daarin mee en prikte een nieuwe zittingsdatum „omdat de zaak aandacht verdient in aanwezigheid van de verdachte”.
Wagensveld werd vorig jaar veroordeeld tot veertig uur taakstraf, voor groepsbelediging. Aanleiding was een actie van de voorman van de radicaal-rechtse groepering op 22 januari, in de buurt van de Tweede Kamer. Hij verscheurde voor een camera een koran en vergeleek moslims met nazi’s.