Vonnis Deventer zaak blijft intact
De veroordeling van het gerechtshof Den Bosch in de Deventer moordzaak blijft intact. Dat heeft de Hoge Raad dinsdag bepaald. De celstraf van twaalf jaar die Ernest L. uitzit voor de moord op weduwe Jacqueline Wittenberg uit Deventer in 1999 is daarmee onherroepelijk geworden.
De advocaat van L., G. J. Knoops, vocht het arrest van het hof in Den Bosch aan. De raadsman vond dat nieuw DNA-bewijs dat bij dit hof was voorgedragen, niet had mogen worden gebruikt. De Hoge Raad denkt daar anders over. Het hoogste rechtscollege van Nederland vindt dat het hof in Den Bosch al het relevante bewijsmateriaal, dus ook nieuw materiaal, mag gebruiken.
Knoops werd in zijn verzet tegen de veroordeling van het hof in Den Bosch gesteund door de advocaat-generaal, die bij de Hoge Raad optreedt als adviseur. Die pleitte er in november voor om het omstreden arrest te vernietigen en de zaak over te laten doen door een ander hof. De raadsheren in Den Bosch hadden in zijn visie onvoldoende gemotiveerd waarom ze de moord op de 60-jarige weduwe bewezen achtten.
De Hoge Raad legde dit advies naast zich neer. Volgens het rechtscollege blijkt uit de bewijsvoering van het hof dat L. met voorbedachten rade heeft gehandeld.
De zaak tegen de 51-jarige Ernest L., inmiddels bekend als de Deventer moordzaak, kent een bizar verloop. Het begon met de moord op de weduwe Wittenberg, op 23 september 1999 in haar woning in Deventer. De vrouw werd met vijf messteken om het leven gebracht. In november van dat jaar arresteerde de politie fiscaal jurist L… Het slachtoffer had L. kort voor haar dood benoemd tot executeur-testamentair van de miljoenenerfenis van haar man.
De rechtbank in Zwolle sprak L. vrij, omdat het bewijs tegen hem onvoldoende was. In hoger beroep veroordeelde het hof in Arnhem de man echter tot twaalf jaar cel, op basis van een geursorteerproef en een verdacht telefoongesprekje dat hij op de avond van de moord met de weduwe had gevoerd.
L., die altijd heeft ontkend iets met de moord te maken te hebben, vocht door tot de Hoge Raad. Die gaf in de zomer van 2003 het hof in Den Bosch opdracht de zaak over te doen. In afwachting daarvan kwam L. op vrije voeten.
Tijdens de behandeling voor het hof in Den Bosch begin vorig jaar kwam het OM met nieuw bewijsmateriaal op de proppen, op basis van nieuw DNA-onderzoek. Aan de hand daarvan kwam het hof opnieuw tot een veroordeling en werd L. tijdens de uitspraak nog gevangengenomen.
L. hoorde de beslissing van de Hoge Raad persoonlijk aan. Hij bleef heel rustig toen zijn lot duidelijk werd. Zijn vrouw kon haar ongenoegen niet verbergen. „Ik heb hier geen woorden voor. Ik heb geen vertrouwen meer in de rechtsstaat.”
L.’s advocaat Knoops vindt het oordeel van de Hoge Raad teleurstellend. Het rechtscollege is afgeweken van het advies van de advocaat-generaal. Dat komt volgens hem niet vaak voor. „De Hoge Raad meent dat er een einde moet komen aan de rechtsgang in deze zaak”, aldus Knoops.
Of het boek nu inderdaad gesloten is, is nog onduidelijk. De raadsman heeft daar komende week overleg over met L. Zo bestaat nog de mogelijkheid om naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg te stappen.